Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
24-12-2024 07:00 - 17:00 Uur
25-12-2024 gesloten
26-12-2024 gesloten
Je hebt deze informatie op 15-12-24 om 03:43 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.

Uien, ook wel bekend als Allium cepa, kun je zowel planten als zaaien. De meeste uienrassen hebben geen grote eisen aan hun locatie. Het moet gewoon zonnig zijn en niet beschut tegen de wind. Als je uien wilt kweken, hebben ze voldoende luchtcirculatie nodig om snel te drogen. Zo voorkom je ziektes en rot.

Uien zaaien is echt een eitje. Begin ermee in de laatste weken van februari of vroeg in maart. Uien kiemen al bij 5 °C, dus een voorzaai binnen in potjes heeft nauwelijks zin. Net als andere groenten zaai je uien in rijen buiten in de volle grond. Zorg voor de juiste plantafstand: laat tussen de rijen 25 cm ruimte. Zaai de fijne zaadjes op een diepte van ongeveer 2 cm en bedek ze lichtjes met aarde. Geef ze vervolgens voorzichtig water.

Na het kiemen moet je de uien uitdunnen, zodat er tussen elke plant uiteindelijk 5-10 cm ruimte is. Na ongeveer vijf maanden zijn ze klaar om te oogsten.

Uien als plantuien planten levert de meeste opbrengst op. Hiermee heb je bovendien direct in het eerste jaar dikke, mooie uien en zijn ze minder vatbaar voor ziektes. Uien planten kan vanaf april. Zorg ervoor dat je vooraf wat compost of organische langwerkende mest in de grond werkt en verwijder onkruid.

Als je plantuien wilt planten, steek ze dan in de losgemaakte grond, zodat alleen het bovenste deel nog licht uit de aarde steekt. Let ook hier op de juiste plantafstand: tussen de rijen 25 cm en binnen de rij 5-10 cm. Geef ze tot slot nog wat water, en je bent klaar!

Als je uien wilt planten, is het belangrijk om op de juiste buurplanten te letten. Uien zijn ideaal voor gemengde teelt met bonenkruid, aardbeien, dille, kropsla, wortels en rode biet. Slechte buurplanten zijn echter bonen, erwten en kool. Deze kun je beter vermijden.

Geen tuin, maar toch uien willen planten? Geen probleem! Omdat uien relatief weinig eisen stellen, kun je ze makkelijk in een pot op het balkon kweken. Zorg voor een heel zonnige plek en een diepe bloembak of pot met humusrijke aarde. De plantdata zijn hetzelfde als in de volle grond. Bovendien kun je uien ook prima in een verhoogd bed planten.

Uien zijn zwak- tot middelmatige verbruikers, wat betekent dat ze weinig eisen stellen aan de verzorging. Af en toe onkruid wieden is wel noodzakelijk als je uien wilt kweken. Zodra de schacht van de ui dikker wordt, neemt ook de waterbehoefte van de plant toe. Regelmatig water geven is daarom belangrijk, maar vermijd stilstaand water, anders kunnen je uien gaan rotten.

Uien hoef je meestal niet te bemesten. Ze halen genoeg voedingsstoffen uit de bodem, vooral als je vooraf compost of organische mest hebt toegevoegd. Te veel stikstof kan er bovendien voor zorgen dat de uien minder goed bewaard kunnen worden.

De bekendste plaag is de uienvlieg. Deze legt haar eitjes op de planten, waarna de larven zich door de ui heen vreten. Wortelen als buurplanten houden de uienvlieg op afstand. Je kunt ook een teeltnet gebruiken; dat houdt de vlieg eveneens buiten de perken. Wat ziektes betreft, kunnen vooral valse meeldauw en rot problemen veroorzaken. Beide kun je voorkomen door de uien op tijd uit te dunnen of vanaf het begin voldoende ruimte tussen de planten te laten en stilstaand water te vermijden.

Na het uien planten komt het uien oogsten. Na ongeveer vijf maanden zijn de uien rijp voor de oogst, wat meestal rond begin augustus is. Vanaf dan zijn ze goed houdbaar, eerder geoogste uien moet je snel gebruiken.

Als je de uien wilt oogsten, trek ze dan voorzichtig uit de vooraf losgemaakte grond. Laat ze idealiter een paar dagen op het bed of op een beschutte, droge plek drogen. Zo droogt de buitenste laag en worden de uien beter houdbaar.

Nadat je de uien een paar dagen hebt laten drogen, kun je ze goed opslaan. Je kunt ze bijvoorbeeld ondersteboven met samengebonden loof ophangen of in kisten bewaren. Geschikte plekken zijn een lichte, droge zolder of een niet te warme of te koude kelder met temperaturen rond de 15 °C. De koelkast is minder geschikt. Met de juiste opslag kun je het hele jaar genieten van heerlijke uien.

Na het eerste teeltjaar kun je jouw vers geoogste uien eenvoudig zelf vermeerderen. Oogst en droog de uien zoals eerder beschreven. Daarna snijd je een knol langs de spruitbasis doormidden, zodat hij in tweeën wordt gedeeld. Het is belangrijk dat beide helften van de ui een deel van de spruit- en wortelbasis bevatten. De helften kun je vervolgens in de grond planten.

Houd er rekening mee dat het vermeerderen van gangbare keukenuien uit de supermarkt meestal niet werkt, omdat deze vaak al langer liggen en afkomstig zijn van veredelde rassen.

Uien kunnen ook met zelfgeoogst zaad worden vermeerderd. Dit duurt echter even. Volg deze stappen:

  1. Plant eerst uien zoals op deze pagina beschreven. Laat ze in de grond zitten totdat ze in de herfst bloemen vormen.
  2. Zodra er een zaaddoosje gevormd is, kun je dit afsnijden en ondersteboven ophangen om te drogen in een koele ruimte, zoals een kelder. Gebruik een papieren zak om de zaaddoos heen, zodat de zaden niet verloren gaan.
  3. In het volgende voorjaar kun je de verkregen zaden gebruiken en uien zaaien.

naar boven