Volg altijd de veiligheidsinstructies
Als je zelf elektra gaat installeren, moet je te allen tijde veilig te werk gaan. Let op: alle werkzaamheden aan onderdelen waarop spanning staat mogen alleen door hiervoor opgeleide elektriciens worden uitgevoerd!
Alleen elektriciens mogen:
- garanderen dat het onderdeel spanningsvrij is;
- zekeringen uitschakelen;
- zekeringen tegen opnieuw inschakelen door derden beschermen;
- installatiecomponenten aansluiten;
- installaties controleren, opleveren en in bedrijf nemen;
- het verzoek om aansluiting van installaties aan het elektriciteitsnet indienen.
Dit heb je nodig voor je project
Kabels onder pleisterwerk plaatsen
Gleuf voor kabels maken
Gleuven frezen met muurfrees
Met een muurfrees gaat dat sneller en door een automatische afzuiging beperk je de stofontwikkeling aanzienlijk. Maar eerst moet je weer de randen van de gleuven uitmeten en aftekenen.
Kabels bevestigen en gleuf dichten
Zet de kabel vervolgens vast met kabelklemmen die je op grotere afstanden moet aanbrengen. Plamuur de gleuf weer dicht met muur- en plafondpleister. Om de kabels gemakkelijker te kunnen vervangen, kun je ze ook in lege buizen leggen. Vul de muur ten slotte met pleister en maak deze glad.
Kabels op pleisterwerk plaatsen
Installatiebuis met klemmen bevestigen
Allereerst laten we je zien hoe je kabels in een installatiebuis met kabelklemmen plaatst. Boor eerst een gat waarin je de klembeugel met een plug en een schroef kunt bevestigen. Breng op afstanden van telkens 30-40 cm de volgende klembeugels aan.
Beschermbuis plaatsen en kabels leiden
Je kunt de beschermbuis nu gemakkelijk in de klembeugels klikken. Alle kabels, ongeacht de ondergrond, worden uitsluitend horizontaal of verticaal geleid.
Hoek extra verstevigen met klemmen
In de buurt van een hoek moet je aan weerszijden een klembeugel bevestigen om de hoek stabiel te maken.
Kabels plaatsen met drukklemmen
Nu laten we je zien hoe je kabel plaatst met drukklemmen. Opbouwinstallaties met drukklemmen blijven zichtbaar. De uit twee delen bestaande klemmen die in verschillende maten verkrijgbaar zijn, bevestig je met schroeven in voorgeboorde gaten. In verticale richting mogen de afstanden tussen de klemmen wat groter zijn dan in horizontale richting.
Kabel vastklikken in drukklem
Steek het bovenste deel van de klem direct op de kabel zodat deze vastklikt.
Hoeken verstevigen met drukklemmen
Als de kabel van richting verandert, moet je aan weerszijden drukklemmen dicht bij de bocht in de kabel aanbrengen om de hoek te stabiliseren.
Kabels strippen
Kabel in kabelstripper plaatsen
Leg de stroomkabel (NYM of NYY) in de opengeklapte kabelstripper. Stel het gereedschap zo in dat het ingebouwde mes op de juiste positie komt en klap vervolgens de beide halve schalen van het gereedschap dicht.
Kabelmantel doorsnijden en verwijderen
Pak de dichtgeklapte striptang goed vast en draai deze 2 of 3 keer in beide richtingen om de eigen as. Trek het gereedschap vervolgens los met de doorgesneden kabelmantel.
Aders strippen met striptang
Strip de vrijgekomen afzonderlijke aders nu met de striptang op ongeveer 1 cm. Voor het verwijderen van de isolatie van de aders moet altijd stripgereedschap, idealiter een automatische striptang, gebruikt worden.
Stopcontacten en schakelaars plaatsen
Gaten boren voor stopcontacten
Neem de boorgaten nauwkeurig over van het installatieschema op de muur. Neem daarbij de gebruikelijke installatiegebieden in acht. Maak vervolgens de gaten voor de stopcontacten met een boormachine met gatenboor. Bij lichte scheidingswanden, gipskarton, moet je een speciale hollewanddoos gebruiken.
Stopcontact voorbereiden en plaatsen
Voordat je het stopcontact plaatst, breek je de opening voor de kabeldoorvoer aan de achterkant van het stopcontact uit waardoor je de installatiekabel kunt steken. Plaats het stopcontact en schroef deze vast.
Kabels in de grond leggen
Stroomkabel in de grond leggen
Graaf eerst een goot van minimaal 70 cm. diep. Verwijder alle stenen. Steek de kabel in een speciale kabelbuis of dek deze later af met een kabelafdekking. Gebruik uitsluitend kabels die geschikt zijn om in de grond te leggen. Dek ter beveiliging de gelegde kabel af met een waarschuwingsband, let op de sterkstroomkabel.
Kabel afdekken en afstand bewaren
Zet de kabel in de goot vast en stort daar ongeveer 10 cm zand op. Houd een afstand van minimaal 30 cm aan tot sterkstroom- en telecomkabels.
Goot dichten en installatie afronden
Dek de kabelgoot vervolgens af met bijvoorbeeld de uitgegraven stukken gras. Installeer een aardlekschakelaar voor persoonlijke bescherming. Aansluiting en ingebruikname van de installatie mag uitsluitend door een elektricien gedaan worden.
De laatste stap, het aansluiten van de componenten van de installatie, mag uitsluitend door een elektricien worden uitgevoerd.
