Je browser accepteert geen cookies. Voor een optimale functie en weergave van de inhoud moet je bij de browserinstellingen het gebruik van cookies toestaan en de pagina opnieuw laden.
e hebt deze informatie op 25-09-23 om 01:35 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.
Je wilt zelf een dakraam plaatsen? Dit kan op twee manieren: met een raveelbalk of tussen dakspanten. Voor jou hebben wij de stappenplannen klaarstaan, inclusief handige materiaal- en gereedschapslijst. Lees de stappen eerst goed door voordat je aan de slag gaat. Zo maak je van jouw project zeker een succes!
Gebruik een steenzaag
Om dakpannen recht af te zagen, kan je het beste een steenzaag gebruiken. Deze kan je eventueel huren bij de Machineverhuurservice.
Voordat je begint met het plaatsen van het dakraam, moet je de eerst de positie en inbouwhoogte bepalen. Houd daarbij ook rekening met de verdere verbouwing en de latere vloerhoogte, de grootte van het dakraam én vluchtroutes. Voor vragen over de positie en inbouwhoogte kun je vaak bij een architect of bouw- en woningtoezichthouder terecht.
Wanneer je het raam gaat plaatsen, heb je rechts en links ca. 5 cm afstand nodig ten opzichte van de dakspanten. Is er meer ruimte? Verdubbel dan de spanten. Is het raam juist breder dan de spantafstand plus 10 cm? Dan moet je de spanten op deze plek verwijderen en er een raveelbalk plaatsen.
De ingreep in de dakconstructie kan de statische constructie veranderen, daarom moet je dit altijd door een professionele timmerman laten doen. Deze kan ook extra houten verbindingen aan de zijkanten aanbrengen, voor de juiste afstand ten opzichte van het nieuwe raam. En let op: Als je bij onderstaande montage ook vanaf de buitenkant moet werken, heb je een steiger nodig met vangnet.
02
Controleer de afmetingen van het raam en de raamopening. Klopt alles? Dan kun je beginnen met de montage. Maak eerst de werkomgeving goed schoon en pak daarna pas het raam uit. Alleen op die manier kun je echt netjes te werk gaan.
Gebruik bij het uitpakken van het raam trouwens geen mes, want daarmee kun je krassen op het raam maken. En lees de montagehandleiding van je raam goed. Elk raam is anders en heeft zijn eigen montage-instructies.
Alles gereed? Til dan eerst de raamvleugel eruit. Zet het dakraam daarvoor goed neer of vraag iemand om hulp. Open vervolgens de raamvleugel en druk de beide vergrendelpennen bij het scharnier in. Trek de vleugel met de bevestigingsbeugels uit het scharnier en leg deze op een schone ondergrond.
03
Nu kun je montagehoeken bevestigen op het kozijn. Hiervoor zijn verschillende markeringen op het kozijn aangebracht, afhankelijk van de dikte van de dakbedekking. Op basis hiervan kun je het raam verder naar buiten of verder naar binnen positioneren, afhankelijk van de dikte van het dak.
04
Kies de juiste markering en schroef de montagehoeken vast.
Raamopening maken
05
Snijd de onderdakfolie vanuit de hoeken, in een hoek van 45 graden, naar het midden open. Maak vervolgens in het midden een rechte, verticale snede, tot de vier zijdelen opengaan.
Zijn de dakpannen bij de opening met stormklemmen vastgemaakt? Verwijder deze klemmen dan. Als deze verwijderd zijn, kun je de pannen namelijk van binnen af omhoog schuiven en verwijderen. Verwijder net zoveel pannen tot er een opening ter grootte van het raam is gemaakt, plus een extra rij rondom. Leg de pannen aan de kant, zodat je daar bij de montage geen last van hebt.
06
De panlatten (horizontaal) en tengels (verticaal) moeten gedeeltelijk verwijderd worden. Teken daarvoor de grootte van het raam af, plus 3 cm rondom. Zaag de latten door met de decoupeerzaag en verwijder de losse stukken.
07
De tengels moeten nu aan beide kanten van de raamopeningen aangevuld worden. Op die manier krijgen de panlatten weer steun. Zaag daarvoor twee latten op de juiste lengte. Schuif de gezaagde latten onder de panlatten en schroef deze gelijkliggend vast op de extra houten verbindingen. Zorg dat er, onder dwars, een panlat wordt toegevoegd. Check de montagehandleiding van je raam om te bekijken welke afstand je hierbij tot de laatste rij dakpannen moet aanhouden.
Plaats in het midden een dakpan op de laatste rij. Lijn de panlat op de juiste afstand uit en schroef deze in eerste instantie alleen vast aan de middelste tengel. Lijn de lat vervolgens uit met de waterpas en schroef deze ook rechts en links vast.
Ook boven wordt een panlat voor het dakraam toegevoegd; de precieze maat voor de afstand tot het dakraam staat in de handleiding van je raam. Schroef de bovenste lat op dezelfde manier vast als de onderste.
08
Sla de opengesneden einden van de onderdakfolie naar buiten om. Snijd de uitstekende stukken zo ver af, dat ze aan de rondom lopende latten vastgeniet kunnen worden. Alles is nu gereed. Je kan je kozijn gaan plaatsen!
Kozijn plaatsen
09
Plaats het kozijn vanaf buiten in de opening.
10
Leg in het midden onder het kozijn een wig, zodat er wat ruimte ontstaat ten opzichte van de panlat. Lijn het kozijn aan de onderkant helemaal waterpas uit.
11
Bevestig het kozijn onder aan de beide montagehoeken. Doe dit door een schroef te plaatsen in het verticale, lange gat (draai hierbij de schroeven nog niet al te stevig aan). Draai ook boven een schroef in het dwarslopende, lange gat van de montagehoeken (draai ook deze schroeven nog niet al te stevig aan).
12
Plaats nu de raamvleugel in het kozijn. Als er iemand aan de buitenkant meehelpt, gaat het makkelijker.
13
Om het inhangen zo makkelijk mogelijk te laten verlopen, is het slim om de raamvleugel 180 graden gedraaid onder op het kozijn te plaatsen. De bovenkant van het raam wijst daarbij naar beneden, de eigenlijke binnenkant wijst naar buiten. Bevestig de vleugel aan de zijkant van de veiligheidspin.
14
Steek de raamvleugel in het scharnier, open de veiligheidspin weer en sluit het raam voorzichtig. Door de draaibeweging die je maakt bij het sluiten, klikt de vleugel volledig in het scharnier en zit deze vast.
15
De verticale spleet tussen venstervleugel en kozijn moet parallel lopen. Als je het raam een klein stukje opent, zie je onderin of de horizontale spleet tussen venstervleugel en kozijn parallel loopt. Is dat niet het geval? Dan kan je dat nu corrigeren. Is de spleet rechts te groot, plaats dan linksboven van de montagehoek een wig. En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. Is alles recht en parallel uitgelijnd? Schroef dan alle montagehoeken vast. Voor de overige stappen moet de raamvleugel weer uit het kozijn getild worden.
Gootstuk monteren
16
Is de raamvleugel weer uit het kozijn gehaald, dan kun je via het raam een afvoergoot bevestigen. Afhankelijk van de grootte van het raam kan deze dakgoot uit twee delen bestaan. Leg de dakgoot met een lichte helling op de tengels en markeer op de latten het gedeelte waar de dakgoot komt. Leg de goot vervolgens weer aan de kant en zaag de latten met een multifunctioneel stuk gereedschap door op de markeringen. Op die manier zorg je ervoor dat de onderdakfolie niet beschadigd wordt. Verwijder de losse delen en snijd vervolgens de onderdakfolie langs de afvoergoot open. Op die manier kan de goot er later onder worden geschoven.
17
De volgende stap: isoleer de ruimte rondom het raamkozijn met isolatiewol, deze zit in de aansluitset. Vul alle holle ruimtes nu op. Op een later moment kun je hier namelijk niet meer bij.
18
De folieaansluiting van je nieuwe dakraam heeft al de juiste uitsparing. Leg de folieaansluiting dus heel eenvoudig over het raam. Plak de folieaansluiting eerst met afdichtingsband aan het kozijn en niet deze vervolgens aan de zijkant van de latten vast. Bij een houten kozijn kan je de folieaansluiting ook aan het kozijn vastnieten. In het gedeelte van de onderste tengels snijd je de folie zo open dat deze onder de dwarslopende panlatten geschoven kan worden. Heb je dat gedaan? Dan kun je de folieaansluiting ook op die plek vastnieten.
19
Snijd aan de bovenkant het onderdakfolie op zo’n manier open dat je de afvoergoot eronder kan schuiven. Schuif de afvoergoot samen met de folieaansluiting onder het opgesneden onderdakfolie. Klap het onderdakfolie daarna net zo ver naar boven, tot je de afvoergoot op de dakspanten eronder kan vastmaken. Klap het onderdakfolie daarna weer over de afvoergoot en plak hem met afdichtingsband vast aan de goot.
20
Voordat je de dakpannen weer teruglegt onder het raam, moeten deze boven bij de uitstulping afgeschuind worden. Op die manier past later het aluminium schort erop. Leg de dakpannen eerst in een speciekuip met water, dan stuiven ze minder tijdens de bewerking. Bewerk vervolgens de onderste dakpannen met de haakse slijper. Het is aan te raden om dat buiten te doen.
Leg de dakpannen die je afgesneden hebt op de panlatten. Plaats het onderste deel van het gootstuk en schroef deze aan de zijkant van het kozijn vast. Schroef daar vervolgens de onderste afdeklijst vast en maak daarna de dakpannen bij het gootstuk schoon. Buig voor je verder gaat naar de volgende stap het aluminium schort nog over de dakpannen en plak de dakpannen op het aluminium schort vast.
21
Monteer nu een voor een alle overige delen van het gootstuk, van beneden naar boven. Gebruik daarbij de montagehandleiding van de raamfabrikant.
22
Monteer vervolgens het bovenste deel van het gootstuk. En spijker, afhankelijk van het raammodel, de delen zijdelings met verbindingsstukken aan de panlatten. Volg ook hierbij de montagehandleiding van je raam.
23
Snijd voor de dakpannen aan de zijkanten de schuimstrip bij het gootstuk zo open dat de dakpannen er netjes op liggen. Zorg er eventueel voor dat je de ophangneus aan één kant van de dakpannen verwijdert. Anders liggen de dakpannen op het gootstuk en drukken ze zichzelf schuin naar boven. Voor een echt goede finishing touch kun je de snijkanten van de dakpannen met een bijpassende dakverf aflakken.
24
Zijn de dakpannen allemaal geplaatst? Til dan de raamvleugel er weer in. Zorg dat je eerst de vleugel onderin vergrendelt en klik deze de raamvleugel vervolgens in het scharnier.
25
Sluit de vleugel nu voorzichtig. Zorg ervoor dat je bij het sluiten een draaibeweging maakt. Zo klikt de vleugel volledig in het scharnier, zit hij hartstikke vast en kun jij een dikke, vette vink zetten!
Kleinere dakramen passen vaak tussen twee spanten. Meet de afstand tussen de spanten precies op en bepaal de exacte plaatsing. Zorg dat je, voor de inbouwhoogte van het dakraam, ook meteen rekening houdt met de latere vloerhoogte. Vraag, als je dat prettig vindt, bij een architect of bouw- en woningtoezichthouder om meer informatie over de bouwvoorschriften. En let op: Als je bij de onderstaande montage ook vanaf de buitenkant moet werken, heb je een steiger nodig met vangnet.
02
Maak de werkomgeving goed schoon voordat je het raam uitpakt. Alleen op die manier kun je echt netjes werken. Gebruik bij het uitpakken van het raam trouwens geen mes, want daarmee kun je krassen op het raam maken. Wel doen: De montagehandleiding van je raam goed doorlezen. Elk raam is namelijk anders en heeft zijn eigen montage-instructies. Heb je alles goed doorgelezen? Dan moet de raamvleugel eruit getild worden. Zet het dakraam daarvoor goed neer of laat je even helpen. Open de raamvleugel vervolgens en druk beide vergrendelpennen bij het scharnier in. Trek de vleugel met de bevestigingsbeugels uit het scharnier en plaats deze op een schone ondergrond.
03
Bevestig nu de montagehoeken op het kozijn. Hiervoor zijn op het kozijn verschillende markeringen aangebracht, afhankelijk van de dikte van de dakbedekking. Op basis van deze markeringen kun je het raam verder naar buiten of verder naar binnen positioneren, afhankelijk van de toestand van het dak.
04
Kies de juiste markering en schroef de montagehoeken vast.
Raamopening maken
05
Snijd het onderdakfolie vanuit de hoeken, in een hoek van 45 graden, naar het midden open. Maak vervolgens in het midden een rechte, verticale snede, tot de vier zijdelen opengaan.
Zijn de dakpannen bij de opening met stormklemmen vastgemaakt? Verwijder deze klemmen dan. Als deze verwijderd zijn, kun je de pannen namelijk van binnen af omhoog schuiven en verwijderen. Verwijder net zoveel pannen tot er een opening ter grootte van het raam is gemaakt, plus een extra rij rondom. Leg de pannen aan de kant, zodat je daar bij de montage geen last van hebt.
06
De panlatten (horizontaal) en tengels (verticaal) moeten gedeeltelijk verwijderd worden. Teken daarvoor de grootte van het raam af, plus 3 cm rondom. Zaag de latten door met de decoupeerzaag en verwijder de losse stukken.
07
De tengels moeten nu aan beide kanten van de raamopeningen aangevuld worden. Op die manier krijgen de panlatten weer steun. Zaag daarvoor twee latten op de juiste lengte. Schuif de gezaagde latten onder de panlatten en schroef deze gelijkliggend vast op de extra houten verbindingen. Zorg dat er, onder dwars, een panlat wordt toegevoegd. Check de montagehandleiding van je raam om te bekijken welke afstand je hierbij tot de laatste rij dakpannen moet aanhouden.
Plaats in het midden een tegel op de laatste rij. Lijn de panlat op de juiste afstand uit en schroef deze in eerste instantie alleen vast aan de middelste tengel. Lijn de lat vervolgens uit met de waterpas en schroef deze ook rechts en links vast.
Ook boven wordt een panlat voor het dakraam toegevoegd; de precieze maat voor de afstand tot het dakraam staat in de handleiding van je raam. Schroef de bovenste lat op dezelfde manier vast als de onderste.
08
Sla de opengesneden einden van de onderdakfolie naar buiten om. Snijd de uitstekende stukken zo ver af, dat ze aan de rondom lopende latten vastgeniet kunnen worden. Alles is nu gereed. Je kan je kozijn gaan plaatsen!
Kozijn plaatsen
09
Plaats het kozijn vanaf buiten in de opening.
10
Draai in de onderste bevestigingshoek de eerste schroef in het lange gat, zodat het kozijn vast zit. Let op: Draai de schroef nog niet stevig aan. Dan kan je de positie van het kozijn later nog corrigeren.
11
Lijn het kozijn met de waterpas uit en zorg dat je ook bij de tweede montagehoek een schroef in het lange gat draait. Laat ook deze schroef nog wat los zitten.
12
Plaats nu de raamvleugel in het kozijn. Als er iemand aan de buitenkant meehelpt, gaat het makkelijker.
13
Om de raamvleugel eenvoudig in te hangen, houd je deze 180 graden gedraaid onder op het kozijn. De bovenkant van het raam wijst naar beneden en de eigenlijke binnenkant wijst naar buiten. Bevestig de vleugel aan de zijkant van de veiligheidspin.
14
Steek de raamvleugel in het scharnier, open de veiligheidspin weer en sluit het raam voorzichtig. Doordat je het raam draait bij het sluiten, klikt de vleugel volledig in het scharnier en zit deze vast.
15
Om het plaatsen van het dakraam helemaal af te ronden, moet je nog even op het volgende letten: De verticale spleet tussen venstervleugel en kozijn moet parallel lopen. Als je het raam een klein stukje opent, kun je onderin zien of de horizontale spleet tussen venstervleugel en kozijn parallel loopt. Zo niet, dan kan je dat nu nog corrigeren. Is de spleet rechts te groot? Plaats linksboven van de montagehoek dan een wig - of juist omgekeerd natuurlijk. Als alles helemaal recht én parallel is uitgelijnd, kun je de montagehoeken officieel lekker strak vastschroeven. Let wel op. Mocht je nog één van onderstaande stappen willen uitvoeren, dan moet de raamvleugel weer uit het kozijn getild worden.
Gootstuk monteren
16
Als je de raamvleugel uit het kozijn gehaald hebt, kun je via het raam een afvoergoot aanbrengen. Leg de dakgoot met een lichte helling op de tengels en markeer het gedeelte op de latten. Leg de goot weer aan de kant. Zaag de latten met multifunctioneel gereedschap door op de markeringen. Op die manier blijft de onderdakfolie onbeschadigd. Verwijder de losse delen. Snijd het onderdakfolie langs de afvoergoot open. Doe dat op zo’n manier dat de goot er later onder kan worden geschoven.
17
Isoleer nu de ruimte rondom het kozijn met isolatiewol. De isolatiewol zit doorgaans in de aansluitset. Vul alle holle ruimtes nu op, want later zijn deze plekken niet meer bereikbaar.
18
De folieaansluiting van je nieuwe dakraam heeft al de juiste uitsparing. Leg de folieaansluiting over het raam. Plak deze eerst met afdichtingsband aan het kozijn. Niet hem vervolgens aan de zijkant van de latten vast. Bij een houten kozijn kan je de folieaansluiting ook aan het kozijn zelf vastnieten. Snijd in het gedeelte van de onderste tengels de folie zo open dat deze onder de dwarslopende panlatten kan worden geschoven. En niet ze ook daar vast.
19
Schuif de afvoergoot samen met de folieaansluiting onder het opengesneden onderdakfolie. Klap het onderdakfolie net zo ver naar boven, tot je de afvoergoot op de dakspanten eronder kan vastmaken. Klap het onderdakfolie daarna weer over de afvoergoot en plak hem met afdichtingsband vast aan de goot.
20
Voordat je de dakpannen onder het raam weer teruglegt, moeten deze boven bij de uitstulping afgeschuind worden. Op die manier past het aluminiumschort hier later goed op. Om de uitstulpingen vakkundig af te schuinen, leg je de dakpannen eerst in een speciekuip met water. Op die manier stuiven ze minder tijdens de bewerking. Begin met de onderste dakpannen en ga deze (buiten) te lijf met de haakse slijper. Leg de afgeschuinde dakpannen op de panlatten en schroef de onderste afdeklijst van het kozijn af. Plaats vervolgens het onderste deel van het gootstuk en schroef deze samen met de afdeklijst van bovenaf aan het kozijn vast. Maak daarna de dakpannen bij het gootstuk schoon. Buig het aluminium schort over de dakpannen heen en plak de dakpannen op het aluminium schort vast. Schroef tot slot het onderste deel van het gootstuk aan de zijkant van het kozijn vast.
21
Vervolgens monteer je stap voor stap alle overige delen van het gootstuk van onder naar boven. Lees daarvoor de montagehandleiding van de raamfabrikant zorgvuldig door.
22
Nu moet het bovenste deel van het gootstuk gemonteerd worden. Kijk hiervoor goed naar het raammodel en de bijbehorende montagehandleiding. Meestal wordt het bovenste deel van het gootstuk zijdelings met verbindingsstukken aan de panlatten gespijkerd. Maar het kan zijn dat dit voor jouw raam anders is. Lees de handleiding zorgvuldig, dan weet je zeker dat je ook deze stap op de best mogelijke manier aanpakt.
23
Om de dakpannen te kunnen plaatsen, moet je een deel van de schuimstrip aan de zijkanten bij het gootstuk afsnijden. De dakpannen moeten trouwens voordat je dit doet nog op maat gemaakt worden, hiervoor kan je het beste een steenzaag gebruiken. Met een steenzaag kun je namelijk heel exact en recht zagen. Als je wil dat je dakpannen echt goed liggen, kun je het beste even kijken of de ophangneus van de dakpannen nog verwijderd moet worden. En vallen de dakpannen bij het gootstuk wel erg smal uit? Dan kun je ze het beste vastzetten met nok- en hoekkeperklemmen. Maar plak de dakpannen ook met montagelijm aan de aangrenzende dakpannen vast. En wil je echt een perfecte finish? Lak dan de zaagkanten van de dakpannen met een bijpassende dakverf.
24
Het is tijd voor de laatste stap: Hang de raamvleugel op dezelfde manier in het kozijn als de eerste keer: Steek de raamvleugel in het scharnier, open de veiligheidspin en sluit het raam voorzichtig.
25
Schouderklopje, trotse glimlach, alles. Want: Het dakraam is klaar!