Begin met de dakrandprofielen aan de dakrandranden van beide dakhelften. Zijn de dakrandprofielen niet lang genoeg? Verbind dan eenvoudigweg twee platen met elkaar: leg de eerste plaat erop. Meet nu de tweede plaat op, met een overlapping van 4 cm, en knip deze op maat met een
Dit heb je nodig voor je project
Ga voor een dakbedekking van bitumen shingles. Deze vorm is uiterst geschikt voor tuinhuizen en blokhutten. Ga je zelf je dak dekken met bitumen shingles? Wij laten je stap voor stap zien hoe het moet!

Dak bedekken met bitumen shingles: stap voor stap
Dakrandprofiel bevestigen
Profielen op de overgang in elkaar schuiven
Knip de hoeken op de gemarkeerde lijnen af met een metaalschaar, zodat de profielen mooi op elkaar aansluiten. Knip ook de vouw (de rand) een beetje in, zodat je de profielen makkelijk in elkaar kunt schuiven.
Profielen vastzetten met klemmen
De profielen worden bovenop het dak vastgenageld met klemmetjes (haften). Aan de voorkant, bij de gevelzijde, is geen extra bevestiging nodig.
Bitumen shingles leggen
Begin onderaan bij de dakrand (de gootkant) en werk naar boven toe. Voor de eerste rij moet je eerst de ‘lipjes’ van de shingles afsnijden. Pak hiervoor een
Bitumen shingles makkelijker leggen
Het voordeel van deze methode: de plakstroken van de startstrook leg je precies gelijk met de dakrand. Zo kunnen de shingles van de volgende rij meteen vastkleven aan de lijmpunten van de startstrook eronder. Dat maakt het leggen een stuk eenvoudiger.
Eerste bitumen shingle aan de dakrand bevestigen
Leg de eerste shingle aan de dakrand, op het dakrandprofiel, en laat ‘m zo’n 1 cm over de rand uitsteken. Zet ‘m vast met 4 dakpannennagels, net boven de plakpunten. Sla de nagels er alleen zo ver in dat de koppen op de shingle liggen, niet erin verdwijnen. Leg de volgende shingle er strak tegenaan en spijker op dezelfde manier vast. Ga zo door tot de hele rij ligt, op de laatste na.
Laatste bitumen shingle op maat maken
Snijd de laatste shingle op de juiste lengte en spijker het vast, net zoals de rest. Gebruik voor dit stuk minstens 2 nagels om het goed te bevestigen.
Tweede rij beginnen met een halve shingle
Voor de volgende rij start je met een shingle waarvan je een halve ‘tongbreedte’ hebt afgesneden. Zo krijg je een mooie verspringing in het patroon, typisch voor de look van shingles.
Shingles overlappend leggen
Leg de tweede rij shingles zo over de eerste, dat de plakstrook een paar centimeter wordt bedekt. Ze komen dan net iets boven de dakrand te liggen. Spijker de shingles vast op de aangegeven plek.
Shingles in verspringend patroon leggen
Leg de volgende rijen volgens de plakstroken en markeringen. Werk rij voor rij naar boven, steeds een halve ‘tong’ verspringend. Gebruik 4 nagels per shingle. Door de zon plakken de shingles later vanzelf goed vast. Doe hetzelfde aan de andere kant van het dak, tot je bij de nok bent.
Shingles voor de nok op maat maken
Nu ga je de shingles voor de nok op maat snijden: knip of snijd bij elke ‘tong’ een driehoekje weg. De nokshingles leg je dwars over de nok.
*Nokshingles zijn speciale shingles (vaak gemaakt door gewone shingles op maat te snijden) die alleen op de daknok komen, om de twee dakvlakken bovenaan waterdicht af te werken.
Nokshingles leggen met de wind mee
Leg de nokshingles in de richting van de heersende wind. Begin dus aan de kant waar de wind meestal niet vandaan komt. Leg de shingles met ongeveer 15 cm overlap en zet elke shingle vast met 2 dakpannennagels, behalve de laatste.
Laatste shingle aandrukken
Leg de shingle direct daarna op de nok en druk het stevig aan.
Klaar!
Laat de regen maar komen!