| HORNBACH Breda | Openingstijden | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Konijnenberg 33 4825 BC Breda service-breda@hornbach.com +31 76 578 9000 |
|
Jouw nieuwe duurzaamheidsproject: vogelhuisje maken. Zo help je vogels een nestplaats te vinden. Wil je weten hoe je een vogelhuisje maakt? Wij helpen je stap voor stap op weg met vogelhuisje maken bouwtekeningen.
Veel vogels maken hun nest in een dichte nestkast. De bodem van een nestkast moet minstens 12 bij 12 centimeter zijn. Het dak moet aan de voorkant een beetje uitsteken. Zo blijft de opening droog en veilig. Hoe groter het dak uitsteekt, hoe moeilijker het voor roofdieren is om bij het nest te komen.
Zorg ervoor dat de opening minstens 17 centimeter boven de bodem zit. Dan kunnen katten en marters het nest niet aanraken. Een zitstok is niet nodig, vogels kunnen goed zonder. Een stok maakt het juist makkelijker voor roofdieren om bij het nest te komen.
Direct naar:
Om het kiezen makkelijker te maken, vind je hier een overzicht van de broedtijden van verschillende vogelsoorten. In de tabel zie je ook of er een vlieggat nodig is en hoe groot dat moet zijn. Sommige vogels willen liever een nestkastje met een halfopen voorkant, dan is een vlieggat niet nodig.
| Vogelsoort | Broedseizoen | Gatgrootte |
|---|---|---|
| Merel | maart - juli | 2 gaten: 32 mm breed, 55 mm hoog (ovaal) |
| Kwikstaart | maart - juli | – |
| Pimpelmees | april - juni | 26 - 28 mm ø |
| Grote bonte specht | april - juli | 45 mm ø |
| Kauw | april - mei | 80 mm ø |
| Boommus | april - juli | 32 mm ø |
| Gewone Roodstaart | mei - juli | 32 mm breed, 48 mm hoog (ovaal) |
| Bonte vliegenvanger | mei - augustus | – |
| Kuifmees | april - juni | 26 - 28 mm ø |
| Zwarte Roodstaart | mei - juni | – |
| Huismus (mus) | maart - augustus | 32 - 34 mm ø |
| Boomklever | april - juni | 32 - 45 mm ø |
| Koolmees | april - juli | 32 mm ø |
| Roodborstje | april - juli | – |
| Stern | maart - juni | 45 mm ø |
| Koolmees | april - juni | 26 - 28 mm ø |
| Bonte vliegenvanger | mei - juli | 32 - 34 mm ø |
| Wilgenmees | april - juni | 26 - 28 mm ø |
| Winterkoning | april - augustus | – |
Wil je een spreeuwennestkast bouwen? Dan heeft de nestkast een gat met een diameter van 45 cm nodig. Dit is een middelgroot gat, waar trouwens ook de grote bonte specht in past. Alleen de kauw heeft een nog groter invlieggat nodig. De meeste andere vogels zijn kleiner, dus je kunt het gat daarop aanpassen.
Als je een nestkastje wilt maken, gebruik dan het liefst ruwe, stevige planken die tegen regen kunnen. De planken moeten minstens 18 mm dik zijn. Houtsoorten zoals lariks, eik of robinia zijn sterk en gaan lang mee. Ook sparrenhout, grenen en zilverspar zijn goed te gebruiken. Let op: hout zoals multiplex of spaanplaat zijn niet geschikt voor buiten, omdat ze niet goed tegen vocht kunnen en snel kapot gaan.
Welk hout je ook kiest, zorg ervoor dat je het behandelt met
Een mus, koolmees, huismus, merel en een pimpelmees zijn voorbeelden van holenbroeders. Ze nestelen het liefst in een gesloten nestkast met een vlieggat. Wij laten je zien hoe je er zelf een bouwt.
Houtsneden: voor het nestkastje met invliegopening heb je ongeschaafde, weerbestendige planken nodig van minimaal 18 mm dik. Zaag de planken als volgt:
Boor de schroefgaten in het achterpaneel (2). Let goed op dat de gaten niet te dicht bij de rand zitten, zodat de schroeven netjes in het midden van het hout komen. In de basis (1) maak je vier ventilatiegaatjes met een boortje van 5 mm.
Let op: alle maten zijn in millimeters. Als er niets anders staat, zijn de gaten 3 mm in doorsnee.
De bovenrand van het achterpaneel (2) is 5 mm schuin gemaakt, zodat het dak straks mooi recht ligt. Teken eerst een lijn op het hout op 5 mm van de rand. Leg daarna het achterpaneel plat op een werkbank en laat de rand een beetje uitsteken. Zet het hout goed vast en vijl of rasp het schuin tot aan de lijn. Schroef daarna het achterpaneel vast aan de basis (1). Zorg dat het paneel aan beide kanten even ver uitsteekt vanaf de vloer.
Teken de schuine lijn voor de zaagsnede op de twee zijpanelen (3). Je kunt dit bijvoorbeeld zagen met een handzaag of een decoupeerzaag. Schroef daarna de zijpanelen vast aan het achterpaneel (2) en aan de basis (1).
Zorg dat je de afgewerkte voorzijde zo plaatst dat de bovenkant gelijk ligt en de klep naar beneden uitsteekt. Bevestig de klep met twee schroeven aan de zijkanten. Schroef daarna een haak aan de onderkant van het zijpaneel om de voorkant goed vast te zetten. Wil je het nestkastje schoonmaken? Draai dan de haak opzij, zodat je de voorkant naar boven kunt openen.
Maak het dak (6) klaar door de schroefgaten alvast voor te boren. De hangrail (7) is ook al voorgeboord, zodat je die makkelijk op het nestkastje kunt bevestigen. Boor één ophanggat aan de boven- én onderkant van de stang, bijvoorbeeld met een boor van 10 mm. Zo kun je het nestkastje eenvoudig aan twee haken ophangen en ook weer gemakkelijk weghalen als je het wilt schoonmaken. Als je het nestkastje liever vast aan de muur of een andere ondergrond wilt schroeven, gebruik dan een kleinere boor die geschikt is voor die montage.
Schroef het dak (6) op de behuizing en bekleed het met bitumen. Zorg ervoor dat het gelijk ligt met het achterpaneel. Lijn de zijuitsteeksels gelijkmatig uit.
Schroef ten slotte de hangrail (7) centraal vast aan de achterkant van het nestkastje. Voor andere montagemogelijkheden, zoals een paal, is geen hangrail nodig.
Kwikstaarten, grauwe vliegenvangers, zwarte roodstaarten, roodborstjes en winterkoninkjes nestelen in halve holten. De nestkast is aan de voorkant halfopen en je hebt geen vlieggat nodig. Wij laten je zien hoe je er zelf een bouwt.
Houtsneden: voor het halfopen nestkastje heb je ongeschaafde, weerbestendige planken nodig van minimaal 18 mm dik.
Boor de schroefgaten in het achterpaneel (2). Let goed op dat de gaten niet te dicht bij de rand zitten, zodat de schroeven netjes in het midden van het hout komen. In de basis (1) maak je vier ventilatiegaatjes met een boortje van 5 mm.
Let op: alle maten zijn in millimeters. Als er niets anders staat, zijn de gaten 3 mm in doorsnee.
Je begint met het markeren van een lijn op het hout, 5 mm van de bovenrand van het achterpaneel (2), zodat het dak straks mooi vlak ligt. Leg daarna het paneel plat op een werkbank en laat de bovenrand een stukje uitsteken. Zet het hout goed vast en vijl of rasp de rand schuin af tot aan de gemarkeerde lijn. Als dat klaar is, schroef je het achterpaneel stevig vast aan de basis (1). Zorg ervoor dat de zijkanten van het achterpaneel even ver uitsteken vanaf de basis.
Zaag de zijwanden (3) in een trapeziumvorm, zoals te zien is op de tekening. Teken eerst de twee schuine lijnen op één van de panelen. Je kunt deze vormen uitzagen met een handzaag of een decoupeerzaag. Gebruik daarna het eerste gezaagde paneel als voorbeeld om de tweede zijwand precies hetzelfde te maken. Vergeet niet om alvast de schroefgaten in beide panelen voor te boren.
Schroef de twee zijwanden (3) vast aan de basis (1) en het achterpaneel (2). Let erop dat de basis iets verzonken is.
De voorzijde (4) wordt verticaal tegen de basis (1) gemonteerd en steekt ongeveer 10 mm naar beneden uit. Draai de twee bevestigingsschroeven slechts zo ver aan dat de voorzijde nog geopend kan worden. Om de voorzijde te vergrendelen, kan een schroefhaak worden ingedraaid.
Bereid het dak (5) voor met de schroefgaten. De hangrail (6) is ook voorgeboord om op het nestkastje te schroeven. Boor één ophanggat aan de boven- én onderkant van de stang, bijvoorbeeld met een boor van 10 mm. Zo kun je het nestkastje eenvoudig aan twee haken ophangen en ook weer gemakkelijk weghalen als je het wil schoonmaken. Als je het nestkastje liever vast aan de muur of een andere ondergrond wilt schroeven, gebruik dan een kleinere boor die geschikt is voor die montage.
Maak het dak (5) gereed met de schroefgaten. De hangrail (6) is ook voorgeboord om op de nestkast te schroeven. Schroef het dak (5) op de behuizing en bekleed het met bitumen.
Aan de achterkant moet deze gelijk liggen met de achterwand, zodat de montagestang nog bevestigd kan worden. Schroef tot slot de hangrail (6) centraal vast aan de achterkant van het nestkastje.
Als vogels jouw zelfgebouwde nestkastje hebben uitgekozen als hun thuis, dan heb je iets moois bereikt! Na het broedseizoen is het belangrijk om het kastje goed schoon te maken. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat er parasieten zoals vlooien, mijten of luizen achterblijven in het oude nest. Dat is niet alleen onhygiënisch, maar maakt het nestkastje ook onaantrekkelijk voor nieuwe bewoners.
Als je je nestkast goed wilt onderhouden, is het belangrijk om de
Nog belangrijker is het schoonmaken na het broedseizoen. Verwijder eerst het oude nestmateriaal met
Is het kastje erg vies? Borstel het dan goed schoon. Gebruik liever geen insectenspray of andere chemische middelen, want die kunnen schadelijk zijn voor nieuwe bewoners.
