Allereerst wordt gecontroleerd welke verwarming bij de ruimte en je verwarmingssysteem past. Meet hiervoor de afstand tussen de aanvoer- en retourleiding. Noteer ook de afmetingen van de oude verwarming. In deze handleiding wordt een vervangingsradiator geïnstalleerd die past bij de afstand van de bestaande leidingen. In ons geval worden de aansluitleidingen ook naar voren verlengd, wat bijvoorbeeld nodig is als een radiatornis wordt dichtgemetseld en de radiator daardoor naar voren verplaatst wordt. Plan je verdere renovatiewerkzaamheden in die ruimte? Dan kun je daar alvast mee beginnen.
Radiator vervangen
Hoe vervang ik zelf mijn oude radiator? Dat leggen wij stap-voor-stap uit! Met deze handleiding kan je ‘t eenvoudig zelf doen. Aan de slag!
Vraag je je af wanneer het zin heeft om verwarmingen te vervangen en welke verwarmingen je überhaupt moet vervangen? Controleer eerst de leeftijd van je verwarming. Is deze ouder dan 15 jaar, dan is deze waarschijnlijk niet meer up-to-date en daardoor inefficiënt. In dat geval is het de moeite waard om deze te vervangen. Een andere situatie is wanneer je je hele verwarmingssysteem wilt aanpassen en bijvoorbeeld hernieuwbare energiebronnen wilt gebruiken. Oude verwarmingen zijn vaak niet compatibel daarmee.
Controleer bovendien de positie van de verwarming. Vroeger werden deze meestal bij het raam geplaatst om het warmteverlies daar te compenseren. Tegenwoordig is dat meestal niet meer nodig, zodat er zeker geschiktere plaatsen te vinden zijn in je woning.
Dit heb je nodig voor je project
Voorbereiding voor het vervangen van radiatoren
Welke verwarming is de juiste?
Oude radiator demonteren
Radiator verwijderen
Eerst moet de retouraansluiting met ventiel worden gesloten of de kranen van de knelkoppeling worden dichtgedraaid. Als dit bij jouw verwarming niet mogelijk is, moet je het water uit het verwarmingssysteem laten lopen. Zet hiervoor alle verwarmingsventielen open.
Water aftappen
Zet eerst de cv-ketel uit. Zoek op waar je het water kunt aflaten. Dit is meestal de plek waar ook water wordt bijgevuld als de druk in het systeem is gedaald. Als je niet zeker weet waar dit is, vraag het dan aan een professional. Bevestig een slang aan de aftapkraan en leid deze naar een afvoer of wasbak. Draai de kraan open en laat het water wegstromen.
Ontluchten
Open vervolgens bij alle radiatoren het ontluchtingsventiel.
Plaats een opvangbak
Bij deze stap kan er water uit de radiator lopen. Plaats daarom een opvangbak onder de leidingaansluiting. Maak daarna met een pijptang de koppelingen los.
Radiator verwijderen
Voor deze stap heb je zeker een helper nodig, want de radiator is zwaar. Schroef alle beugels los en til de radiator van de muur. Heb je een transportroller? Zet de radiator er dan eenvoudig op en verplaats hem uit de kamer.
Nieuwe radiator installeren
Aansluitingen aanpassen
De nieuwe radiator heeft waarschijnlijk andere aansluitingen. Gebruik overgangsmoffen van 3/4" (oud) naar 1/2" (nieuw) om dit verschil op te vangen. Maak de schroefdraad van de aansluitleidingen schoon en verwijder alle oude hennep volledig.
Schroefdraad afdichten
Dicht de schroefdraad opnieuw af voordat je de overgangsmoffen vastschroeft. Wij gebruiken hiervoor afdichtdraad. Wikkel dit met de klok mee om de schroefdraad.
Koppelstuk op de schroefdraad monteren
Monteer de koppelstukken zowel boven als onder op de schroefdraad. Worden de overige leidingverbindingen uitgevoerd als persverbindingen? Dan moeten alle onderdelen daarvoor geschikt zijn.
Leidingen opmeten
Meet nu de lengte van de leidingen waarmee de aansluitingen naar voren worden verlengd. Zijn de exacte maten moeilijk te bepalen? Laat de leidingen dan iets langer en kort ze later in.
Leidingen op maat snijden
Snijd de koperen leidingen op maat met de pijpsnijder: klem de pijp in en draai het stelschroefje stevig aan. Draai vervolgens de pijpsnijder meerdere keren om de pijp, terwijl je het stelschroefje steeds verder aandraait. Is de pijp afgesneden, ontbraam dan de binnenkant van beide uiteinden – de meeste pijpsnijders hebben hiervoor een speciale voorziening.
Koperen buizen aansluiten
Schuif de koperen buis in de overgangsmof. Plaats vervolgens een persfittingkap op het vrije uiteinde van de buis (zie kleine afbeelding). Herhaal deze stap voor de tweede aansluitbuis.
Druk aan met een perstang
Nu worden de fittingen geperst; hiervoor heb je een speciale persmachine nodig. (Gebruik je zo’n tang maar zelden? Dan kun je er een huren. De benodigde accessoires voor verschillende buisdiameters en persvormen zijn ook verkrijgbaar.) Om ervoor te zorgen dat de leidingverbindingen goed afsluiten, moeten leidingen, fittingen en gereedschap uit hetzelfde systeem komen. Volg bij het werken met de persmachine de instructies van de fabrikant op.
Aansluitingen uitlijnen
Controleer met een waterpas of beide aansluitingen recht boven elkaar staan. Indien nodig kun je dit nog corrigeren, aangezien koperen buizen gemakkelijk te buigen zijn.
Met water vullen
Nu moet er weer water in de verwarming. Draai de ontluchtingsschroeven dicht. Sluit de slang opnieuw aan en laat de verwarming vol lopen. Je kunt een druk van 2-3 bar opbouwen.
Ontluchten
Draai nu de ontluchtingsschroeven weer open. Komt er water uit, draai ze dan weer dicht. Vervolgens kun je de druk bijstellen door wat extra water bij te vullen.
Leidingen isoleren
Als laatste stap worden de leidingen geïsoleerd met een PE-beschermbuis. Plak ze vast op de naad met universeel reparatietape. Nu zijn de leidingen klaar voor de nieuwe montagepositie.
Radiator monteren
Plaats de nieuwe radiator op de montageplek en draai alle blindstoppen van de radiatoraansluitingen los. Bepaal welke aansluitingen niet nodig zijn: in de bovenste wordt de afsluitkap met het ontluchtingsventiel geschroefd, in de overige de eenvoudige afsluitkappen. Trek alle afsluitkappen voorzichtig aan met een ring- of steeksleutel.
Aansluitingen voorbereiden
Bereid nu de aansluitingen aan de muur voor: maak het schroefdraad van de overgangsnippel ruw met een oud zaagblad of iets dergelijks.
Schroefdraad afdichten
Dicht de schroefdraad af met afdichtdraad, wikkel hiervoor de draad met de klok mee om de schroefdraad.
Alle onderdelen verbinden
Schroef de overgangsnippel vast aan het hoekventiel voor de thermostaatkop en trek de verbinding stevig aan met twee ringsleutels. Voorzie daarna ook de schroefdraad van het aansluitstuk van het hoekventiel, dat in de radiator wordt gedraaid, van afdichtdraad.
Montage aan de radiator
Schroef het aansluitstuk van het hoekventiel los en schroef het met een trapsleutel in de bovenste opening van de radiator. Gebruik een ratel om de trapsleutel vast te draaien.
Vastschroeven aan de radiator
Schroef het gemonteerde aansluitstuk handvast aan het hoekventiel. Monteer vervolgens de onderdelen voor het retourventiel aan de onderste radiatoraansluiting; volg daarbij dezelfde procedures als bij de bovenste aansluiting.
Montagerails plaatsen
Nu worden de montageschienen geplaatst. Bevat je set geen montagesjabloon? Monteer vervolgens de rails op een afstand van 15 cm van de zijkant van de radiator. Neem de maat vanaf de leidingingang op de radiator tot het midden van de montagerail en de afmetingen vanaf de bovenrand van de radiator tot het bovenste montagegat. Trek de afstand tussen de bovenrand van de radiator en de buisinlaat af.
Uitlijnen
Verwijder de PE-beschermbuis van de leidingen zodat je nauwkeurig kunt meten. Markeer vervolgens met de verkregen afmetingen de twee bovenste boorgaten op de muur.
Gaten boren
Kies geschikte pluggen voor het type metselwerk. Boor daarna de twee bovenste gaten met een steenboor van de juiste grootte en plaats de pluggen.
Monteer montagerails aan de muur
Verwijder de twee montagerails van de radiator en schroef ze handvast aan de muur. Lijn ze uit met de waterpas en markeer de twee onderste pluggaten. Vervolgens opnieuw boren, pluggen plaatsen en de montagerails stevig vastschroeven.
Hang de radiateur op
Hang de radiator op.
Leidingen op maat maken
Markeer de uiteindelijke lengte van beide aansluitleidingen. Zorg ervoor dat de leidingen diep genoeg in de fittingen steken, zodat alles na het verpersen goed afsluit.
Leidingen inkorten
Voordat je gaat afsnijden, moet het verwarmingssysteem weer worden geleegd. Open de verwarmingsventielen in het huis, zet de verwarming uit en laat het water weglopen. Houd een beker, bijvoorbeeld een gipsbeker, klaar omdat er nog wat water kan nadruppelen tijdens het afsnijden. Snijd de leidingen af met een pijpsnijder en ontbraam de snijranden.
Eindpositie
Schuif de radiator iets opzij als de montagerails dit toelaat. Haal de aansluitventielen van de radiator af en plaats ze op de ingekorte aansluitleidingen. Schuif de radiator naar de eindpositie en schroef de aansluitventielen vast. Verpers nu de leidingverbindingen aan de overgangsnippels met de persmachine. Trek de aansluitingen stevig aan met twee steeksleutels om te voorkomen dat er iets buigt.
Plaats de radiatorafdekking
De klus is bijna geklaard. Volg de laatste instructies zorgvuldig om de installatie af te ronden.
Installeer de radiatorknop
Om de radiatorknop te monteren, schroef je de afdekkap op de hoekkraan los. Plaats de radiatorknop zo dat de displaymarkering naar boven wijst en schroef deze vast met de kartelmoer. Draai de radiatorknop volledig aan.
Voltooiing
Nu moet er opnieuw water in het verwarmingssysteem worden gevuld. Draai de ontluchtingsventielen dicht die je eerder hebt geopend. Sluit de slang weer aan en laat de verwarming voll lopen totdat een druk van 2 tot 3 bar is bereikt.
Ontlucht vervolgens de nieuwe radiator door het ontluchtingsventiel voorzichtig open te draaien en weer dicht te draaien zodra er water uit stroomt. Ontlucht daarna het gehele verwarmingssysteem bij de radiator die het hoogst is geplaatst. Tot slot kun je de druk bijstellen door wat extra water bij te vullen.