Je huis isoleren heeft veel voordelen. Een goed geïsoleerd huis verhoogt het wooncomfort en de verkoopwaarde van je huis, maar het verlaagt juist je energiekosten!
Onze adviespagina Alles over isoleren geeft antwoord op jouw vragen over isoleren. We geven een overzicht van de verschillende isolatie-eigenschappen (en vooral ook hun betekenis). Ook leggen we je de verschillen tussen de veel voorkomende isolatiematerialen uit én geven we advies over welk materiaal je nodig hebt voor jouw isolatieproject! En hoe zat het ook al weer met die subsidieregeling? Je leest 't hier!
Bekijk eerst wat er allemaal te isoleren valt in je huis.
Verschillende isolatiemaatregelen in huis
Waarom is isoleren belangrijk?
Wil je je huis verduurzamen? Dan ontkom je niet aan isoleren. Als je de verwarming maximaal laat stoken maar vervolgens de warmte laat ontsnappen door slecht geïsoleerde ruimtes, dan kun je net zo goed het geld meteen uit het raam gooien.
Een niet-geïsoleerd huis verbruikt 4 tot 6 keer zoveel warmte-energie per m² als een huis dat volgens de moderne normen van de 'Energie Prestatie Coëfficiënt' (EPC) is geïsoleerd.
Een slecht geïsoleerd huis verbruikt nog steeds 2 tot 3 keer zoveel energie. Dit heeft dus ook zichtbare financiële gevolgen.
EPC-waarde
Nieuwbouwwoningen hebben geen energie-index, maar een EPC-waarde. EPC is een afkorting van energieprestatiecoëfficiënt. De EPC-waarde geeft aan hoe energiezuinig de nieuw te bouwen woning moet worden. Hoe lager het EPC-getal, hoe energiezuiniger de woning. Een bijna-energieneutrale woning heeft een EPC van 0. Vanaf 2015 worden alleen nog bouwvergunningen afgegeven voor woningen met een EPC van 0,4. Vanaf 2021 is dat een EPC van 0.
| Bouwdeel | Zeer slecht | Slecht | Matig | Goed | Zeer goed |
|---|---|---|---|---|---|
| Dak | ≥ 1,00 | 0,60 | 0,30 | 0,22 | ≤ 0,15 |
| Massieve muur | ≥ 1,50 | 0,80 | 0,40 | 0,30 | ≤ 0,20 |
| Raam | 5,20 | 3,50 | 1,80 | 1,40 | ≤ 1,20 |
Eigenschappen van isolatie
Isolatie heeft veel verschillende eigenschappen. Ze zijn belangrijk bij het uitzoeken van je isolatiemateriaal. Wij leggen je alle eigenschappen uit!
Alle isolatietermen op een rij
Warmtegeleidingsvermogen
Hoe beter een materiaal de warmte geleidt, hoe meer warmte er naar buiten verdwijnt. Het warmtegeleidingsvermogen (λ) geeft aan hoe groot de warmtestroom in watt (W) is die bij een temperatuurverschil van 1 kelvin (K) door een materiaal met een dikte van 1 meter (m) gaat. (Kelvin is een bepaalde eenheid van temperatuur). Deze wordt uitgedrukt in W/mK. Voor het bouwen van een energiezuinig huis wordt bijvoorbeeld isolatiemateriaal met een warmtegeleidingsvermogen van 0,035 W/mK en een dikte van het isolatiemateriaal van meer dan 16 cm aanbevolen.
Warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde)
De warmtedoorgangscoëfficiënt wordt in eerste instantie bepaald door het warmtegeleidingsvermogen en de dikte van de gebruikte materialen. Maar ook de warmtestraling en stroming van warme lucht aan het oppervlak spelen een belangrijke rol. De U-waarde wordt in W/m²K weergegeven. Deze geeft de hoeveelheid warmte aan die in één seconde door een vierkante meter materiaal stroomt als het temperatuurverschil tussen de binnen- en buitenlucht 1 K (kelvin) bedraagt. Hoe kleiner de U-waarde, hoe beter, want bij een kleine waarde wordt er minder warmte door het materiaal heen geleid. De U-waarde beschrijft alleen de warmtegeleiding, andere fysieke factoren, zoals luchtstroming, warmte-opslag of warmtestraling, worden hier niet bij betrokken.
Warmtegeleidingsgroep (WLG)
De warmtegeleidingsgroep geeft een indicatie voor de mate waarin een materiaal warmte doorlaat. Hoe kleiner de waarde, hoe beter de warmte-isolatie. Zo kan bij een gelijkblijvende dikte een betere warmte-isolatie worden bereikt. Dit is belangrijk bij oude gebouwen met beperkte spantdikten.
Voorbeeld: warmtegeleidingsgroep 032 zorgt voor een verbetering van de warmte-isolatie van 9% t.o.v. warmtegeleidingsgroep 035 bij een gelijkblijvende dikte. Warmtegeleidingsgroep 035 zorgt voor een verbetering van 14% t.o.v. warmtegeleidingsgroep 040 bij een gelijkblijvende dikte.
De cijfers van de groep komen overeen met de cijfers achter de komma van de warmtegeleidingswaarde: een stof met een warmtegeleidingsvermogen van 0,020 wordt ingedeeld in de warmtegeleidingsgroep 020.
Warmteweerstand
De warmteweerstand, oftewel R-waarde (vroeger 1/Λ), wordt uitgedrukt in m²K/W en kan berekend worden door de laagdikte van het materiaal (d) te delen door het warmtegeleidingsvermogen (λ): R = d/λ.
Deze weerstand ontstaat als een homogeen materiaal, in dit geval een homogene laag, van een materiaal de warmtestroom bij een temperatuurverschil van 1 K op een oppervlak van 1 m² tussen zijn oppervlakken tegenwerkt. Dus is hij de omgekeerde waarde van de warmtedoorgangscoëfficiënt.
Lambdawaarde (L-waarde)
Hoe kleiner deze waarde is, hoe beter het materiaal isoleert. Vergelijk bijvoorbeeld een resolschuim-isolatieplaat (Lambdawaarde 0,024) met een cellulairglas-isolatieplaat (Lambdawaarde 0,050). Dit betekent dat die laatste ongeveer de helft minder isoleert en dat je met cellulair glas een dubbele dikte nodig hebt om dezelfde isolatiewaarde te verkrijgen als de eerste.
Rd-waarden
Een Rd-waarde (vaak aangeduid als R-waarde) is de warmte-weerstand van een isolatiemateriaal. De Rd-waarde geeft dus het isolerend vermogen van de isolatie aan. Hoe hoger dit getal, hoe meer warmte wordt binnengehouden.
Rc-waarden
Een Rc-waarde is de warmteweerstand van de totale constructie, bijvoorbeeld van een schuin dak of een spouwmuur. De Rc-waarde geeft dus het isolerend vermogen van de gehele opbouw aan. Ook hier geldt, hoe hoger dit getal, hoe meer warmte wordt binnengehouden.
Geluidsisolatie
De mate van geluidsisolatie van een isolatiemateriaal hangt sterk af van de aard van het materiaal. Hierbij geldt de vuistregel: hoe opencelliger en flexibeler het materiaal is (bijv. minerale wol), hoe beter de geluidsisolatie.
Brandveiligheid
De ontvlambaarheid van het materiaal wordt in de euroklassen A1 tot F ingedeeld. De brandveiligheidsklassen A1 en A2 bevatten de niet-brandbare isolatiematerialen. Brandveiligheidsklasse B bevat isolatiemateriaal dat in feite brandbaar is (B1 = moeilijk ontvlambaar, B2 = normaal ontvlambaar, B3 = licht ontvlambaar).
Energieprestatiecoëfficiënt (EPC)
Nieuwe gebouwen moeten aan bepaalde eisen voldoen op het gebied van energiezuinigheid. Dit wordt uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Hoe lager de EPC, hoe zuiniger het gebouw.
Het juiste isolatiemateriaal kiezen
Er zijn diverse soorten isolatiemateriaal. Je kunt gaan voor natuurlijke materialen of je gaat voor industriële materialen. Voor een optimale warmte-isolatie is het belangrijk om materiaal te kiezen dat niet brandbaar of slechts heel licht ontvlambaar is. Daarnaast moet het materiaal ademend vermogen hebben, zodat het huis niet 'zweet'. Het huis moet zijn winterjas namelijk ook in de zomer blijven dragen. Niet elk isolatiemateriaal dat je binnen gebruikt, is geschikt voor buiten.
Stel jezelf de volgende vragen voordat je je keuze maakt:
- Moet het isolatiemateriaal alleen warmte in huis houden of moet het voor extra geluidsisolatie zorgen en/of de warmte in de zomer ook buiten houden?
- Moet het isolatiemateriaal aan speciale ecologische eisen voldoen?
- Waar moet het isolatiemateriaal worden geplaatst?
- Hoeveel wil je besteden aan de warmte-isolatie?
- Zijn er speciale eisen voor het materiaal?
Ontwikkelingen
Omdat de ontwikkeling van isolatiemateriaal nooit stil staat, raden wij je aan om altijd de laatste ontwikkelingen in de gaten te houden. Ga hiervoor gerust het gesprek aan met onze medewerkers in één van onze vestigingen!
Populair isolatiemateriaal
Schuimplaten
Harde schuimplaten van EPS (bekend als piepschuim) worden in veel bouw- en renovatieprojecten gebruikt. Daar zijn verschillende redenen voor: het op aardolie gebaseerde materiaal is licht, duurzaam en heeft een hoge isolatiewaarde.
Minerale wol
Minerale wol wordt ook vaak gebruikt als isolatiemateriaal. Het is eenvoudig te gebruiken bij isolatie tussen de dakspanten, maar het wordt ook gebruikt voor gevelisolatie. Het is gemaakt van glas of steen als basismateriaal.
Natuurlijke isolatiematerialen als duurzaam alternatief
Vlas, hennep, hout of cellulose, schapenwol en zelfs riet kunnen de energieconditie van een huis verbeteren in de vorm van thermische isolatie. Deze natuurlijke materialen bieden meestal een wat minder goede isolatiewaarde dan synthetische of minerale isolatiematerialen. Maar... ze zijn wél duurzaam! De vocht- of brandwerendheid is meestal niet voldoende.
Isolatie voor hardnekkige plekken
Er zijn plaatsen in huis waar isolatiemateriaal veel te verduren heeft. Bijvoorbeeld constante vochtigheid, micro-organismen en zelfs de druk van de grond. Deze materialen moeten geschikt zijn voor de zogenaamde "grondcontactzone". Ze moeten niet alleen een hoge isolatiewaarde hebben, maar ze moeten ook bestand zijn tegen al deze extra eisen. Materiaal dat hiervoor geschikt is, is het minerale isolatiemateriaal foamglas en het kunstmatige isolatiemateriaal polystyreenhardschuim (XPS).
Ingeblazen isolatiemateriaal - veilig vullen van holtes
Vooral oude plafonds of dubbelschalig metselwerk van oude huizen hebben spouwen die moeten worden opgevuld om de warmte-isolatie te verbeteren. Er zijn veel verschillende inblaas-isolatiematerialen voor zo'n project - van los polystyreengranulaat, steenwol of SLS 20 tot cellulosevlokken of natuurlijke vezels.
Soorten isolatiematerialen
In de tabel hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende isolatiematerialen én hun eigenschappen. Houd er rekening mee dat het hier slechts om een vergelijking van materialen gaat, om je uitgebreid te kunnen informeren. Niet alle materialen zijn ook daadwerkelijk verkrijgbaar bij HORNBACH.
| Isolatiemateriaal | Eigenschappen | Warmtegeleidingsgroep |
|---|---|---|
| EPS | Moeilijk ontvlambaar en niet brandende druppels. Bevat geen CFK, HCFK en HFK. Formaldehydevrij en is ademend. In het geval van brand kunnen er giftige stoffen vrijkomen. Geschikt voor gevelisolatie. | 032-040 |
| XPS-polystyreen isolatieplaat (piepschuim) | Deze speciale platen zijn moeilijk ontvlambaar, bestand tegen rot en veroudering en door hun zeer hoge weerstandsvermogen ideaal voor de sokkelisolatie van hardschuim. | 030-040 |
| Glaswol/steenwol | Niet brandbaar, makkelijk te verwerken. Ademend en resistent tegen schimmel, rot en ongedierte. Geschikt voor gevelisolatie. Is licht en laat zich uitstekend comprimeren. Glaswol wordt in de regel bij een schuin dakvlak toegepast – het is lichter en klemt beter. Lees hier het verschil tussen glaswol en steenwol! | 032-040 |
| Minerale wol (Ultimate) | Verenigt de voordelen van glaswol, namelijk de goede klemwerking tussen de spanten, een laag gewicht en hoge comprimeerbaarheid, met de uitstekende brandveiligheid van steenwol (smeltpunt ≥ 1000 °C). Niet brandbaar, makkelijk te verwerken en veelzijdig te gebruiken. Ademend en resistent tegen schimmel, rot en ongedierte. Geschikt voor gevelisolatie. | 032-040 |
| Sokkelisolatieplaat / perimeterplaat | Deze speciale platen zijn moeilijk ontvlambaar, bestand tegen rot en veroudering en door hun zeer hoge weerstandsvermogen ideaal voor de sokkelisolatie van hardschuim. | 030-040 |
| Polyurethaanschuim (PUR) | Bevat overwegend polyisocyanaat. Veelzijdig materiaal, bestand tegen veroudering, schimmel en rot. Moeilijk ontvlambaar, In het geval van brand komen giftige stoffen vrij. Niet recyclebaar, geschikt voor gevelisolatie. | 030 |
| Hennepwol | Isoleert ook in de zomer goed tegen warmte van buiten. Is behandeld met een onschadelijke brandvertrager. Van nature resistent tegen ongedierte en schimmel, normaal ontvlambaar, klimaatneutraal geproduceerd. Nieuwe producten zijn geschikt voor gevelisolatie. | 040 |
| Isolatiematten van schaapwol | Ademend, vochtregulerend, van nature brandvertragend. Normaal ontvlambaar, absorbeert geluid, hoge dampdoorlaatbaarheid, makkelijk te verwerken, niet schadelijk voor de huid, zeer bestendig tegen rot, niet geschikt voor gevelisolatie. | 040 |
| Rieten isolatieplaten | Rieten isolatieplaten bestaan uit dicht bij elkaar liggend riet, en zonder andere toevoegingen. Met draagvermogen, stijf en normaal ontvlambaar (bouwmateriaalklasse B2), geschikt voor gevelisolatie. | 065 |
| Vezelcementplaten | Zijn vandaag de dag uiteraard vrij van asbest. De platen zijn er in veel verschillende kleuren en structuren. Hiermee kun je een oude gevel omtoveren in een designerhuis. Bestendig tegen rot en corrosie, hoge slag- en stootvastheid, weer- en lichtbestendige coating, onderhoudsarm, niet brandbaar (bouwmateriaalklasse A2). Geschikt voor gevelisolatie. | 050-060 |
| Houtvezelisolatieplaten / softboard | Houtvezelisolatieplaten bestaan uit houtvezels van naaldhout. Onschadelijk voor de gezondheid, omdat andere toevoegingen sterk gelimiteerd zijn. Goede geluidsisolerende eigenschappen, goede vochtopname, normaal ontvlambaar en geschikt voor gevelisolatie. | 040-050 |
| Kokosmatten | Kokosvezels worden uit de bast van kokosnoten gewonnen. Bouwbiologisch hoogwaardig isolatiemateriaal: te gebruiken waar anders alleen maar kunstmatige isolatiematerialen worden gebruikt. Zeer elastisch, goede warmte- en geluidsisolerende eigenschappen, bestendig tegen rot, ademend, vochtafvoerend, vochtbestendig, slijtvast, vormvast en bestand tegen insecten. Gaat lang mee, geen elektrische lading, normaal ontvlambaar (bouwmateriaalklasse B2). Geschikt voor gevelisolatie. | 040-050 |
| Glasschuimplaten | Gemaakt van 60% gerecycled glas, de rest is natuurlijk gesteente. Schuimglas is vormvast, niet brandbaar (bouwmateriaalklasse A1), bestand tegen hoge druk, water- en dampdicht, d.w.z. niet ademend, bestendig tegen ongedierte en zuren, vrij van CFK, HCFK en HFK. Hoog energieverbruik bij de productie. Geschikt voor gevelisolatie. | 040 |
| Cellulose-isolatiematerialen | Worden gemaakt van oud papier, voor het verbeteren van de brandveiligheid wordt ca. 12% aluminiumsulfaat en boorzout toegevoegd. Normaal ontvlambaar (bouwmateriaalklasse B2). Geen dragend vermogen, dus alleen binnen te gebruiken. | 040 |
| Kurkplaten | Milieuvriendelijk, bestand tegen veroudering, geluidsdempend, kan zwaar worden belast, goede warmteopslag, ademend. Kurk is bestendig tegen rot, normaal ontvlambaar (bouwmateriaalklasse B2) en geschikt voor gevelisolatie. | 045 |
| Calciumsilicaatplaten/mineraalschuimplaten | Volledig vrij van vezels en onbrandbaar, ademend, bestand tegen schimmels, drukvast, vormvast, geluidsdempend en capillair actief. Bestaan uit zand, kalkhydraat en cement en kunnen eenvoudig samen met het bouwafval worden afgevoerd. Net zo makkelijk te verwerken als cellenbetonplaten, geschikt voor gevelisolatie. | 050 |
| Vlas | Gemaakt van de vezels van de inheemse vlasplant (linnen), gebonden door aardappelzetmeel, als brandbeschermingsmiddel wordt natuurlijk boorzout toegevoegd. Ademend, vochtregulerend, normaal ontvlambaar (bouwmateriaalklasse B2), geluidsabsorberend, gemakkelijk te verwerken. Door natuurlijke bitterstoffen bestendig tegen aantasting door ongedierte. Geschikt voor gevelisolatie. | 040 |
*Bouwmateriaalklasse ontvlambaarheid: B1 = moeilijk ontvlambaar, B2 = normaal ontvlambaar, B3 = licht ontvlambaar.
Laat je isolatieproject uitvoeren door een vakman
Soms heb je gewoon effe geen tijd om de handen uit de mouwen te steken. En dan hebben wij een oplossing: via de HORNBACH Montageservice huur je professionals in om jouw isolatieproject aan te pakken!
Subsidie op het isoleren van je huis
Gemeenten zien graag dat woningbezitters duurzame stappen zetten rondom huis en tuin. Daarom is het altijd handig om te kijken of er subsidie is voor jouw project.
Voor isolatie is een landelijke subsidie geldig. Wanneer je twee of meer isolatieprojecten start, krijg je rond de 20% van de kosten terug! Naast dit voordeel kun je vaak een voordelige lening krijgen voor energiebesparende maatregelen. Óók handig: als je van plan bent een nieuwe hypotheek af te sluiten mag je tot 6% van je woningwaarde extra lenen (tot € 9.000). Dit geldt alleen wanneer je van plan bent energiebesparende maatregelen toe te voegen.
Let op: de subsidieregelingen kunnen veranderen. Bekijk het actuele subsidieoverzicht op: Energiesubsidiewijzer
