Zorg dat de ondergrond goed schoon is voordat je begint met leggen. Verwijder dus eerst alle oude lijmresten van vorige vloeren. Let ook even op de juiste verwerkingstemperatuur van de producten die je gebruikt, zoals de
Dit heb je nodig voor je project
Grote tegels leggen: stap voor stap
Ondergrond voorbereiden
Restvocht controleren
Je kunt het restvocht in de vloer snel controleren met een stuk
De enige officiële methode is de zogeheten CM-methode. Als je twijfelt of de vloer droog genoeg is om tegels te leggen, laat het restvocht dan controleren door een professional met deze methode.
Vloeroppervlak opmeten
Meet daarna het vloeroppervlak op, zodat je weet hoeveel tegels, lijm en toebehoren je nodig hebt. Als er een deur naar de ruimte opent, kun je het deurblad het beste even uit de scharnieren halen.
Bij een houten deurkozijn leg je de tegels idealiter onder het kozijn, dat ziet er netter uit. Bij een stalen kozijn moet je de tegels netjes op maat snijden zodat ze aansluiten op de vorm van het kozijn.
Heb je een huurwoning? Vraag dan eerst aan de eigenaar of je het houten kozijn mag inkorten.
Kozijn inkorten
De juiste maat om het kozijn in te korten, bereken je aan de hand van de volledige opbouw van de vloer.
Eerst wordt er een laag tegellijm (1) aangebracht. Bij gebruik van een lijmkam van 4 mm en met schuine stand, ontstaat een effectieve laagdikte van 2 mm.
Zoals in de volgende stappen wordt getoond, komt daarbovenop een ontkoppelingsmat (2) met een dikte van bijvoorbeeld 5 mm.
Op de ontkoppelingsmat breng je dan de tegellijm (3) aan voor het verlijmen van de tegel. Bij een lijmkam van 10 mm levert dat een effectieve laagdikte van 5 mm op.
Tot slot tel je de dikte van de tegel (4) erbij op, bijvoorbeeld 10 mm.
In dit voorbeeld kom je zo uit op een totale opbouwhoogte van 22 mm. Met die maat kun je het houten kozijn op de juiste hoogte inkorten.
Oneffenheden verwijderen
Belangrijke voorwaarden voor alle tegelwerken zijn dat de ondergrond vrij is van scheuren en schoon en vlak is. Hoe groter het formaat van je tegels, hoe belangrijker het is dat de vloer mooi egaal is.
Voordat je kunt beginnen met het leggen, moet je de vloer nog voorstrijken.
Bij sterk zuigende ondergronden gebruik je een diepgrondprimer. Giet de primer in een geschikte emmer en rol hem gelijkmatig over de vloer met een diepgrondroller.
Bevestig een telescoopsteel aan de beugel van de roller, dat maakt het werk een stuk makkelijker.
Oneffenheden egaliseren
Oneffenheden kun je het beste wegwerken met vloeiende egaliseermassa. Meng de juiste hoeveelheid volgens de instructies van de fabrikant, bij voorkeur met een langzaam draaiende mixer. Giet de massa vervolgens over de vloer. Als alleen bepaalde plekken ongelijk zijn, kun je het materiaal gericht op die plekken aanbrengen. Gebruik een rei en een spaan om de massa mooi te verdelen en te helpen vloeien.
Belangrijk: de plekken die je hebt geëgaliseerd met egaliseermassa moet je achteraf opnieuw voorstrijken met primer, voordat je verdergaat met het tegelwerk.
Legpatroon plannen
Voordat je begint met het leggen, moet je eerst het legpatroon bepalen, als je dat nog niet gedaan hebt. Wat bij kleinere tegels meestal geen probleem is, werkt bij grote tegels minder goed:
Als je ze in halfsteensverband legt, komt het laagste punt van de ene tegel (het midden) precies tegen het hoogste punt van de andere tegel (de rand) te liggen. Hierdoor ontstaat een niveauverschil, ook wel overtekening of opstuiking genoemd. Hoe groter de tegel, hoe zichtbaarder dat effect. Bij een klassiek kruisverband (rechte voegen) heb je dit probleem niet. Dat is dan ook de veiligste keuze voor grootformaat tegels.
Verspringing beperken
Je kunt het probleem van niveauverschillen alleen voorkomen door het verband (het legpatroon) beperkt te houden, dus hoe ver je de tegels ten opzichte van elkaar laat verspringen.
Meestal wordt een maximaal 1/3- of 1/4-verband aangeraden bij grote tegels.
Let ook goed op de aanwijzingen van de fabrikant. Vaak staat er een advies of waarschuwing op de verpakking van de tegels, volg die altijd op.
Grote tegels verdelen en uitlijnen
Hoe je de tegels het beste legt, hangt af van de vorm en indeling van je ruimte.
Bereken ook van tevoren hoe breed de laatste rij tegels wordt.
Zo voorkom je dat je eindigt met een hele smalle strook, dat ziet er vaak minder mooi uit. Liever begin je dan met een iets versmalde eerste rij, zodat het aan beide kanten evenwichtig uitkomt.
Eerste rij tegels op maat snijden
Blijft er aan het eind van de ruimte maar een smalle tegelstrook over?
Dan kun je beter de eerste rij tegels meteen smaller snijden, zodat het begin en het einde van de vloer even breed uitkomen. Dat oogt netter en meer in balans.
Grote tegels mengen
Leg tegels gemengd uit verschillende pakken. Zo compenseer je eventuele kleurverschillen door productie en krijg je een mooi, natuurlijk ogend geheel, precies zoals het bij dit type tegel hoort.
Ontkoppelingsmat leggen
Bij het leggen van grote tegels op beschadigde, maar nog draagkrachtige ondergronden, is het aan te raden om een ontkoppelingsmat te gebruiken.
Vooral als je bijvoorbeeld oude houten vloeren of droge dekvloeren (zoals fermacell) wilt voorbereiden voor grote tegels, is zo’n mat een goede oplossing. Dankzij de mat worden veel renovatieprojecten überhaupt mogelijk.
Je kunt de ontkoppelingsmat gewoon uitrollen in de ruimte en op maat snijden tot de gewenste baanlengte. Het is handig om alle banen in één keer op maat te snijden, zodat je daarna vlot kunt doorwerken.
Uitsparingen voor verwarmingsbuizen maken
Bij verwarmingsbuizen of nisjes snijd je de ontkoppelingsmat gewoon in en pas je die aan, net zoals je dat zou doen bij het leggen van tapijt.
Probeer kleine stukjes zoveel mogelijk te vermijden.
Leg de op maat gesneden banen meteen op de juiste plek in de ruimte. Als alles goed past, rol je de banen één voor één weer op en teken je de randen op de vloer af. Zo weet je precies waar de mat straks weer terug moet komen.
Lijm aanbrengen
De markeerlijnen helpen je nu bij het aanbrengen van de lijm. Meng een passende hoeveelheid flexibele tegellijm en breng die aan op het eerste deel van de vloer. Verspreid de lijm vervolgens met een lijmkam van 4 mm en kam die gelijkmatig door. Werk vlot, zodat je binnen de open tijd van de lijm blijft (de tijd waarin de lijm nog goed hecht). Probeer tijdens het lijmen zoveel mogelijk binnen de gemarkeerde lijnen te blijven.
Ontkoppelingsmat uitrollen
Leg de eerste mat in het lijmbed en rol deze rustig uit.
Ontkoppelingsmat aandrukken
Als de mat goed ligt, kun je die met een aandrukrol stevig in het lijmbed drukken. Daarna kun je meteen de volgende baan strak tegen de vorige aanleggen.
Voegnaden afwerken met afdichtband
De voegen tussen de matten worden afgewerkt met afdichtband. Breng hiervoor eerst een laag flexlijm aan, iets breder dan het afdichtband, en strijk dit glad over de voeg. Leg het afdichtband in het lijmbed en druk het stevig aan met een lijmkam. Daarna breng je nog een tweede laag lijm over het band aan, zodat het volledig is afgedekt.
Ontkoppelingsmat met tegellijm afspachtelen
Voordat je tegels kunt leggen, moet je de hele ontkoppelingsmat volledig insmeren met
Grote tegels leggen
Bij het leggen van de tegels kun je direct beginnen met het aanmaken van de lijm. Maak alleen zoveel lijm aan als je binnen de open verwerkingstijd zonder problemen kunt verwerken. Voordat je de lijm op de vloer aanbrengt, moet deze eerst een rijptijd krijgen. Houd je daarbij aan de instructies van de fabrikant.
In de tussentijd kun je de eerste tegels op de vloer uitlijnen en markeren. Leg de eerste tegel aan het begin van de legrichting. Omdat grote tegels lastig te hanteren zijn, kun je twee zuigheffers gebruiken om ze makkelijker op hun plek te leggen, zeker als er ook nog een lijmlaag op de achterkant van de tegel zit.
Rei uitlijnen
Leg vervolgens een rei langs de tegel en lijn deze parallel aan de muur uit. Markeer de breedte van de tegel op de vloer. Je kunt meteen ook controleren of de muur recht loop.
Als de muur niet helemaal recht is, moet je beslissen of je de tegels op maat gaat snijden, of dat de afwijking zo klein is dat je die later kunt opvangen in de voeg tegen de muur. Die voeg kan uiteindelijk netjes worden afgewerkt met plinttegels of een plintlijst.
Eerste tegel verwerken
Na de rijptijd van de lijm kun je direct beginnen met het leggen. Breng de lijm voor de eerste tegel aan op het betreffende deel van de vloer met een troffel en kam de lijm uit met een lijmkam met de juiste vertanding. Op de achterkant van de tegel breng je ook een dunne laag tegellijm aan als contactlaag. Deze wordt glad opgesmeerd met een spaan.
Grote tegel plaatsen
Plaats de tegel vervolgens met behulp van de zuigheffers voorzichtig in het lijmbed.
Tegelwiggen gebruiken
Gebruik tegelwiggen bij de voegen langs de muur om de juiste afstand en uitlijning te behouden.
Tweede tegel leggen
Zodra de eerste tegel ligt, kun je direct doorgaan. Breng ook voor de volgende tegel lijm aan op de vloer en smeer een dunne laag lijm op de achterkant van de tegel. Deze methode heet het “buttering-floating”-systeem.
Plaats de tegel eerst dicht tegen de vorige aan en schuif hem dan opzij tot op de juiste voegafstand. Zo voorkom je dat er lijm in de voeg terechtkomt.
Gebruik
Grote tegel op maat snijden
Aan het einde van de eerste rij moet je meestal een tegel op maat snijden. Gebruik hiervoor een tegelsnijder geschikt voor XXL-tegels of een standaard tegelsnijder. Is de aanschaf van zo’n toestel niet de moeite waard omdat je maar een klein oppervlak hebt? Dan kun je ook gewoon een huurtoestel gebruiken. Kies wat voor jou het handigst is.
Bij het snijden kun je de maat precies instellen op de tegelsnijder. Krast de tegel in één vloeiende beweging. Daarna breek je de tegel netjes af met de ingebouwde breekvoorziening, zo krijg je een strakke snijkant. Voor ingewikkelde of ronde uitsparingen heb je een haakse slijper nodig.
Tweede rij tegels leggen
Plaats de op maat gesneden tegel aan het einde van de eerste rij. De tweede rij begin je, afhankelijk van het gekozen legpatroon met een afgekorte tegel. Bijvoorbeeld: bij een 1/4-verspringing is het eerste tegelstuk 1/4 van de volledige lengte van de tegel. Deze verspringing herhaal je dan steeds in de volgende rijen, zodat het patroon mooi doorloopt over de hele vloer.
Positie van de verwarmingsbuizen overnemen
Als er verwarmingsbuizen uit de vloer komen, kun je de positie ervan overbrengen op de tegel of het tegensnede. Leg eerst een hardschuimplaat onder de tegel, zodat je niet per ongeluk in de vloer snijdt. Let bij het werken met de haakse slijper op de stofontwikkeling, snijd bij voorkeur buiten. Draag in ieder geval een veiligheidsbril en gehoorbescherming! Snijd de uitsparing aan beide zijden van de tegel in met de haakse slijper voor een nette afwerking.
Deelstuk verwijderen
Met een monteertang of een smalle nijptang kun je de ingesneden strook afbreken. Het uitgebroken deelstuk heb je straks nog nodig.
Lastige plekken aanpakken
Leg het voorbereide tegelsnede even proef bij de verwarmingsbuis. Als het goed past, kun je direct verdergaan met het verlijmen. Op moeilijk bereikbare plekken breng je de tegellijm alleen aan op de achterkant van de tegel. Gebruik hiervoor een lijmkam met de juiste vertanding om de lijm goed uit te kammen.
Deelstuk verwerken
Als de tegel op z’n plek ligt, kun je het uitgebroken deelstuk op maat maken door het in te korten, rekening houdend met de diameter van de buis en de breedte van een dilatatievoeg. Breng daarna lijm aan op het deelstuk en plaats het in de overgebleven opening achter de verwarmingsbuis. De voegen worden later opgevuld met voegmortel.
Overige tegels leggen
Nu kun je verdergaan met het leggen van de tegels tot aan de één-na-laatste rij. Laat de lijm goed drogen voordat je de laatste tegels plaatst. Zo kun je op de al gelegde tegels staan en van daaruit de laatste rij leggen. Zodra de vloer beloopbaar is, kun je de voegkruisjes verwijderen.
Overgangsprofiel plaatsen
Bij de deur wordt een overgangsprofiel geplaatst. Dit dekt de tegelrand af en zorgt voor een nette overgang naar de aangrenzende vloer. Er zijn overgangsprofielen in verschillende uitvoeringen, geschikt voor diverse vloertypes en hoogtes. Het profiel bestaat uit een onderdeel en een afdekkap. Het onderdeel moet worden bevestigd vóórdat je de tegels bij de deuropening legt.
Heb je vloerverwarming? Gebruik dan een profiel waarbij het onderstuk gelijmd kan worden. Anders kun je het gewoon met pluggen en schroeven vastzetten. Zaag het profiel op maat met een metaalzaag in een verstekbak, en ontbraam de snijrand met een vijl voor een nette afwerking.
Grote tegels in de deuropening leggen
Leg deze tegels ook los neer en controleer of alles past. De tegel wordt onder het ingekorte deurkozijn geschoven.
Wandverloop op de tegel overbrengen
Breng een scheef wandverloop of obstakels over op de tegels. Gebogen gedeelten kun je overbrengen met een zelfgemaakt hulpmiddel. Neem een passend dik stuk hout of een
Tegel bewerken met haakse slijper
Gebruik de haakse slijper om het gemarkeerde deel van de tegel af te snijden. Je kunt de kromme lijn ook opdelen in rechte stukken, dat maakt het snijden met de haakse slijper makkelijker.
Tegel passend maken tegen de muur
Leg de tegel even op z’n plek om te checken of de uitsnijding goed is. Klopt alles? Leg de tegels dan weer opzij en breng de tegellijm aan. Is de strook te smal voor je lijmkam? Geen probleem! Smeer de lijm dan gewoon op de achterkant van de tegel, kam het met de juiste vertanding en leg de tegel op z’n plek. Laat de lijm goed drogen voordat je bijvoorbeeld de plinttegels gaat leggen.
Plinten of plinttegels plaatsen
Als nette afwerking boven je vloertegels kun je plinten of plinttegels gebruiken. Die plinttegels kun je makkelijk zelf maken van overgebleven vloertegels. Gebruik het liefst de lange zijkanten, dan heb je één mooie fabrieksrand en één gezaagde kant. Een plinthoogte van zo’n 7 cm is heel gebruikelijk.
Smeer wat tegellijm op de achterkant van de plinttegel en plaats 'm eerst op de vloertegel. Trek ‘m dan iets omhoog, met dezelfde voegbreedte als op de vloer, en zet er tegelwigjes tussen. Ga zo door met de rest van de plinttegels en gebruik voegkruisjes tussen de tegels. Als alles ligt, laat je de lijm goed drogen.
Grote tegels voegen
Zodra de tegellijm helemaal is uitgehard, kun je beginnen met voegen. Zit er nog storende lijmresten of losse lijm in de voegen? Haal die er dan eerst uit, want de voegmortel moet gelijkmatig en goed verdeeld in de voegen komen.
Zuig het oppervlak daarna grondig schoon. Maak de voegmortel aan in een schone emmer en roer tot het mengsel helemaal klontvrij is. Breng de voegmortel met een rubber voegspaan diagonaal in de voegen aan. Vergeet ook de plinttegels niet te voegen.
Alleen de voeg tussen de plint en de vloertegels laat je open, die wordt later met een blijvend elastische voeg afgewerkt.
Tegels afwassen met een sponsbord
Wacht tot de voegmortel iets is ingetrokken, je ziet dat aan het matte oppervlak. Daarna kun je de tegels afwassen met een sponsbord. Gebruik altijd schoon water en wring het sponsbord goed uit.
Een tegelwas-set met uitwringrollen, voegspaan en sponsbord is hiervoor heel handig. Laat na het afwassen de vloer volledig drogen.
Vloervoeg blijvend elastisch afwerken
De voeg tussen de plint- en vloertegels wordt afgewerkt met blijvend elastisch sanitair-siliconen in een bijpassende kleur. Het is het beste om eerst een voegvulprofiel in de voeg te plaatsen. Dat zorgt ervoor dat het siliconen alleen aan de boven- en onderkant hecht, waardoor het beter meebeweegt bij spanningen of uitzetting.
Siliconen aanbrengen
Breng het siliconen vervolgens gelijkmatig aan met een kitspuit en strijk het daarna glad met een voegenafstrijker. Je kunt de afstrijker vooraf vochtig maken met een geschikt siliconen-afwerkmiddel. Zo kun je overtollig siliconen na het gladstrijken makkelijker verwijderen.
Veeg waterstrepen direct weg voordat ze opdrogen, anders kunnen er strepen achterblijven die lastig te verwijderen zijn.
Afwerking
Tot slot zaag je het bovendeel van het overgangsprofiel op de juiste breedte af. Ontbraam de zaagranden met een vijl. Daarna kun je het bovendeel met de meegeleverde schroeven op het onderprofiel vastzetten.
Het deurblad wordt op de juiste lengte ingekort. Meet daarvoor de afstand van de onderkant van het onderste deurscharnier tot aan het overgangsprofiel. Trek ongeveer 5 mm van die maat af, zodat de deur vrij over het profiel kan bewegen. Teken de zaaglijn op het deurblad af en plak de rand af met schilderstape. Zaag het vervolgens met een handcirkelzaag op maat. Na het verwijderen van de tape, werk je de rand glad af met schuurpapier.
Deurblad weer inhangen
De overgang van de plinttegel naar de wand kun je afwerken met acrylaatkit. Dat kun je overschilderen, dus ideaal voor een nette afwerking. De voeg tussen het deurkozijn en de vloertegels werk je af met sanitair-siliconen. De leidingen van de radiator kun je netjes afdekken met rozetten.
XXL-tegels leggen (vanaf 80 x 80 cm): stap voor stap
Controleer de ondergrond
Voordat je begint met tegelen, moet je zeker weten dat de ondergrond geschikt is: hij moet beloopbaar, schoon, volledig gesloten en vlak zijn. Oude lijmresten van eerdere vloer- of wandbekleding moeten helemaal verwijderd worden. Meet de vloer- of wandoppervlakte goed op om te bepalen hoeveel tegels, lijm en toebehoren je nodig hebt.
Bij een nieuwe cementdekvloer moet je ook de resterende vochtigheid controleren, bijvoorbeeld met de zogeheten CM-methode. De gemeten restvochtwaarde wordt dan vergeleken met de maximaal toegestane waarde. Je kunt dit ook laten doen door een vakman. Die neemt een monster van het materiaal en meet het met een calciumcarbide-meter (CM-apparaat).
Ondergrond primeren
Voordat je begint met tegelen, moet je de ondergrond voorstrijken. Sterk zuigende ondergronden behandel je met een diepgrondprimer.
Giet de primer het beste in een geschikte emmer en breng hem aan met een diepgrondroller. Gebruik bij voorkeur een telescoopsteel, dat maakt het werk een stuk makkelijker.
Let op bij deur en kozijn
Gaat de deur naar de ruimte open waar je gaat tegelen? Dan kun je het deurblad het beste tijdelijk uitnemen.
Bij een houten kozijn worden de tegels onder het kozijn gelegd. Als dat nodig is, kort je het kozijn in. De juiste hoogte om in te korten bereken je door de dikte van de tegel + de dikte van de lijmlaag + 5 mm voegruimte tussen de tegel en de onderkant van het kozijn bij elkaar op te tellen. Die voeg wordt later afgewerkt met blijvend elastische kit.
Bij een stalen kozijn moet je de tegels netjes passend maken aan de vorm van het kozijn.
Vlakheid controleren
Controleer de vlakheid met een 2 meter lange rei en een meetwig. Afwijkingen van meer dan 1 mm moet je niet negeren, maar corrigeren. Alleen op een vlakke ondergrond krijg je een strak en egaal tegeloppervlak.
Oneffenheden egaliseren
Oneffenheden kun je het beste wegwerken met zelfnivellerende egaliseermassa. Meng de juiste hoeveelheid volgens de instructies van de fabrikant met een langzaam draaiende mixer en verdeel de massa over de vloer.
Als het maar om een paar plekken gaat, kun je de egaliseermassa gericht daar aanbrengen. Gebruik een rei en een spaan om het goed te verdelen en te laten uitvloeien.
Belangrijk: behandel de geëgaliseerde delen na het drogen opnieuw met primer voordat je verdergaat.
XXL tegels leggen
Grote tegels worden gelegd met de gecombineerde methode, ook wel het buttering-floating-proces genoemd. Alleen met deze techniek krijg je een bijna volledige verlijming van de tegel.
Hiervoor breng je de tegellijm aan op zowel de ondergrond als de achterkant van de tegel. Gebruik een lijmkam met een vertanding van 10 mm en breng de lijm in parallelle banen aan op de vloer.
Lijm aanbrengen
- Krab eerst een dunne laag tegellijm op de achterkant van de tegel met de gladde kant van de lijmkam.
- Kam daarna direct met een 4 mm vertanding lijm op de tegel, in dezelfde richting als op de vloer. Zo kan opgesloten lucht tijdens het leggen makkelijk ontsnappen.
Voor een strakke, vlakke plaatsing van grote tegels is het slim om een nivelleersysteem te gebruiken. Plaats de trekclips tegen de eerder gelegde tegel aan.
XXL tegel in het lijmbed leggen
Gebruik zuigheffers om de grote tegel voorzichtig in het lijmbed te plaatsen. Zorg dat je hem zo nauwkeurig mogelijk neerlegt, want eenmaal geplaatst kun je de tegel nog maar zo’n 4–5 mm verschuiven.
Zit de tegel goed? Klop hem dan met een rubberen spaan vanuit het midden naar de randen aan. Zo krijg je een goede hechting en kan lucht onder de tegel ontsnappen.
Wiggen en trekclips plaatsen
Steek nu de wiggen in de trekclips en trek ze met de tang zo strak aan dat de tegels op gelijke hoogte komen.
Als de lijm is uitgehard, verwijder je de wiggen en clips weer. De wiggen kun je gewoon hergebruiken.
Uitstekende delen afslaan
De uitstekende delen van de trekclips moeten in de richting van de voeg worden afgeslagen.
Let op bij het voegen
Zodra de tegellijm volledig droog is, maak je de voegen goed schoon. De zijkanten van de tegels moeten vrij zijn van lijmresten, stof of andere stoffen die de hechting kunnen verminderen. Meng de voegmortel volgens de instructies van de fabrikant in een schone emmer. Laat het mengsel ongeveer 3 minuten rusten (reageertijd) en roer het daarna nog even kort door.
Breng de voegmortel met een voegspaan diagonaal in de voegen aan. Reinig de tegels na het eerste aantrekken met schoon water en een zachte spons. Zorg dat de voegen volledig en netjes gevuld zijn. Na het drogen kun je eventuele cementsluier met schoon water verwijderen. Na het voegen mag de vloer ongeveer 12 uur niet worden belast.
Legtips voor XXL tegels
Voor grote tegels en smalle voegen gebruik je het beste een snel uithardende flexlijm. Gewone flexlijm is hier minder geschikt. Let er wel op dat snel uithardende lijm een open tijd van maar 15 minuten heeft, binnen die tijd moet je de lijm verwerken. Meng dus alleen zoveel aan als je in die tijd kunt gebruiken.
Let ook op de temperatuur van de ruimte en het water: die mag niet onder de 5 °C komen.
Meng het lijmpoeder in de voorgeschreven verhouding met het aanmaakwater in een schone emmer. Gebruik een langzaam draaiende mixer zodat je een gladde, klontvrije massa krijgt. Mix minimaal 3 minuten.

Flexlijm gebruiken
Grootformaat tegels zijn vrijwel dampdicht. Daardoor kan het vocht uit de grote hoeveelheid tegellijm nauwelijks verdampen. Op de lange termijn kan dat ervoor zorgen dat de hechting faalt. Daarom wordt sterk aangeraden om een snel uithardende én snel drogende flexlijm te gebruiken. Deze kan het aanmaakwater bijna volledig binden en is daarmee een essentiële voorwaarde bij het leggen van grootformaat tegels.
Omdat de verwerkingsinstructies per product kunnen verschillen, is het belangrijk ook de specifieke productaanbevelingen te volgen.
- Grootformaat tegels hebben dilatatievoegen nodig. Zijn die al aanwezig in de ondergrond, dan moeten ze ook in het tegeloppervlak worden overgenomen, ze mogen dus niet betegeld worden. Dilatatievoegen kun je maken met speciale profielen, of afwerken met elastische kit en een rugvulling.
- Aansluitvoegen langs wanden, pilaren of hoeken moeten minimaal 4 tot 5 mm breed zijn.
- De voegbreedte tussen de tegels bedraagt minimaal 2 mm.

Grote tegels til je het beste met z’n tweeën. Gebruik
Ga je aan de slag met de tegel? Leg ‘m dan plat op een stevige werktafel op de plek waar je ‘m nodig hebt. Moet de tegel even op de grond staan? Zet ‘m dan rechtop op de lange kant en laat ‘m tegen een rechte muur leunen. Vergeet niet de randen goed te beschermen, bijvoorbeeld met hoekbeschermers of een strook hout of piepschuim onder de hele rand.
