Advies over schroeven? Info & tips van HORNBACH!

Je leest hier alles wat je over de verschillende soorten schroeven weten moet.

Universele schroeven worden ook wel spaanplaatschroeven genoemd. We hebben ze in twee varianten en zijn daarbij onmisbaar voor jouw project.

Spaanplaatschroeven met schacht:
Als je twee houten delen zonder tussenruimte wil bevestigen, zijn spaanplaatschoeven met schacht een goede keuze. Door de schacht worden de twee houten delen naar elkaar toe getrokken. Deze schroeven hebben een laag inschroefdraaimoment en ze zijn makkelijk in te schroeven door hun gladde oppervlaktecoating.

Spaanplaatschroeven zonder schacht:
Als je houten werkstukken wil bevestigen, zijn spaanplaatschroeven zonder schacht een goede keuze. Ook deze schroeven hebben een laag inschroefdraaimoment en zijn gemakkelijk in te schroeven door hun gladde oppervlaktecoating. Maar bovendien zijn deze schroeven ook geschikt voor spaanplaat, MDF-plaat, kunststof en dunne staal- en metaalprofielen.

Houtschroeven zijn perfect wanneer je houten delen met elkaar wil verbinden. Ook kun je houtschroeven goed gebruiken om hang- en sluitwerk te bevestigen of om plaatjes op hout te bevestigen. Veel houtschroeven hebben een boorpunt en een zelfsnijdend schroefdraad. Deze elementen zijn helemaal aan de eigenschappen van hout aangepast.

Metaalschroeven met metrische schroefdraad verbinden volgens de ISO-norm alle soorten materialen met elkaar. Dit doe je met een bijbehorend tegenstuk met inwendig schroefdraad, zoals bijvoorbeeld een moer.

Plaatschroeven zijn gemaakt van gehard staal. Met plaatschroeven kun je dunne delen zoals metaal en beplating, maar ook kunststof platen universeel bevestigen. Bij HORNBACH zijn ook plaatschroeven verkrijgbaar die zijn gemaakt van roestvrijstaal A2.

Plaatschroeven en parkerschroeven hebben een schroefdraad van metaal met een boorpunt. Daarmee snijden of vormen ze hun schroefdraad eigenlijk zelf. We raden je wel aan om, zeker als de ondergrond hard is, een gaatje voor te boren als beginpunt. Met een drevel kun je dat gat dan eventueel wat vergroten. De doorsnede van het boorgat moet trouwens kleiner zijn dan de doorsnede van de schroef. Bij boorschroeven kun je het voorboren overslaan.

Snelbouwschroeven worden bij de binnenafwerking vaak gebruikt voor het bevestigen van gips- of gipsvezelplaten. Ze zijn gemaakt van staal met een gefosfateerd oppervlak. Deze speciale oppervlaktebehandeling is bestand tegen alle omstandigheden op vochtige bouwplaatsen en de inwerking van vocht uit pleistermassa en voorkomt zo roestvorming.

Afhankelijk van de draagconstructie hebben snelbouwschroeven verschillende schroefdraden.

Deze schroeven kun je heel gemakkelijk bevestigen! Ze hebben een ring of haak, in plaats van een kop. En dat is ideaal voor het bevestigen van bijvoorbeeld hangkasten, schilderijen, lampen en waslijnen.

Meestal worden de haken in combinatie met een passende plug gebruikt. Maar op houten werkvlakken is dat niet nodig.

Voorboren is belangrijk, vooral bij zeer hard hout, smalle houtdelen en dichtbij randen. Hierdoor krijgt de schroef voldoende ruimte, hoef je minder kracht te zetten bij het indraaien en voorkom je dat het werkstuk splijt.

Een vuistregel bij het voorboren is dat het geboorde gat altijd een kleinere diameter moet hebben dan de schroef. Over het algemeen geldt:

Schroefdiameter mm	Voorboordiameter zachthout mm	Voorboordiameter voor hardhout mm
4	2.5	3
4.5	3	3
5	3	3.5
6	4	4
7	4.5	5
8	5	6
10	6	7
12	7	8

Je kunt met zeskantschroeven goed stabiele T-verbindingen van kanthout en balken maken. Boor in beide delen een gat met de diameter van de schroefdraad. Het boorgat moet iets dieper zijn dan de schroef. Beitel in de balk een opening voor de moer uit. De afstand tot het uiteinde van de balk moet tenminste 3 cm bedragen.

Breng aan beide uiteinden van de schroef een onderlegring aan en steek de schroef hier doorheen. Draai de schroef met een moersleutel aan en houd de moer hierbij vast met een moersleutel.

Wil je zeer vaste schroeven losdraaien? Dan kan een schroevendraaier met zeskant je helpen. Maar als je een moersleutel vastzet op de schroevendraaier kun je meer kracht zetten. (1)

Vastzittende sleufschroeven kun je losmaken door een schroevendraaier diagonaal op de sleuf te zetten. Sla vervolgens met een hamer licht tegen het handvat van de schroevendraaier aan. (2)

De belangrijkste, mechanische eigenschappen worden bij stalen schroeven door een combinatie van twee cijfers aangeduid. Dat is de sterkteklasse. Sterkteklasse 8.8 staat bijvoorbeeld voor:

Hoge treksterkte (800 N/mm²)
Hoge rekgrens (640 N/mm²)
Verplicht stempel 8.8 op de kop
Verplicht stempel met aanduiding fabrikant

Schroeven met een schroefdraad volgens DIN 84 hebben een cilinderkop en een metrische schroefdraad volgens ISO-norm. Ze worden ingedraaid met een sleufschroevendraaier. Wil je het met een moer vastzetten? Dan heb je ook een moersleutel nodig. Je gebruikt DIN 84-schroeven vooral voor lichte verbindingen van metaal, kunststof of soortgelijke materialen.

DIN 95-houtschroeven hebben een verzonken bolkop met gleufdrijfwerk of een I-Torx. Ze worden toegepast bij alle lichte bevestigingen in verschillende houtsoorten. Door de speciale kopvorm zijn deze schroeven over het algemeen zichtbaar.

DIN 96-houtschroeven zijn voorzien van een halfronde kop en een gleufdrijfwerk. Ze worden overal gebruikt waar de kop van de schroef een overeenkomstige persdruk moet overbrengen. Ook deze schroeven (schroefkoppen) zijn meestal zichtbaar.

Zeskante DIN 571-houtschroeven zijn schroeven met een zeskante kop, die je met een steeksleutel of een steeksleutelset (ratel) aandraait. Deze schroeven gebruik je bij alle zware houtverbindingen. In combinatie met de juiste plug kun je ze ook gebruiken in beton of steen. DIN 571-schroeven worden ook wel 'sleutelschroeven' genoemd.

DIN 603-schroeven met halfronde kop hebben een vierkante aanzet onder kop en moer. Deze schroeven staan bekend als slotbouten. De halfronde gladde kop maakt losdraaien vrijwel onmogelijk. Daarom werden deze schroeven vroeger vaak gebruikt voor de bevestiging van deursloten. Tegenwoordig functioneert de kop vooral om verwondingen te voorkomen. De schroef wordt overal ingezet waar twee houten elementen in doorsteekmontage met elkaar verbonden moeten worden (bijvoorbeeld stijlen en balken). De meegeleverde moer wordt voor de bevestiging gebruikt. Het vierkant onder de kop voorkomt het meedraaien van de schroef. Tip: gebruik ook passende ringen om de persdruk te vergroten en het materiaal tegelijkertijd te beschermen tegen beschadiging.

De zeskante stalen schroef volgens DIN 931 wordt vaak ten onrechte de 'machineschroef' genoemd. Het verschil met echte machineschroeven is de sterkteklasse 8.8 van DIN 931, die een hoge mate van trekvastheid en een hoge rekgrens garandeert. DIN 931-schroeven kunnen in alle voorgevormde metrische schroefdraden volgens ISO-norm, of bij doorsteekmontage gebruikt worden. Door de grote stevigheid worden ze meestal met een steeksleutel of met een inbussleutel aangedraaid. DIN 931-schroeven beschikken in principe over een gedeeltelijke schroefdraad en een zeskante kop.

Stalen DIN 933-schroeven zijn bijna identiek aan DIN 931-schroeven. Het enige verschil is dat DIN 933-schroeven in principe over een volledig schroefdraad beschikken en daarom meestal in een al aanwezig contraschroefdraad worden gedraaid.

DIN 963-schroeven zijn schroeven met een metrisch schroefdraad volgens ISO-norm. Ook hebben deze schroeven een verzonken kop met een eenvoudig gleufdrijfwerk. De verzonken kop maakt vlak verzinken in het materiaal mogelijk (meestal profielen, dunne platen, metaal en dergelijke).

DIN 965-schroeven lijken heel erg op DIN 963-schroeven. Maar DIN 965-schroeven hebben een kruiskop als drijfwerk. Daardoor kun je ze ook machinaal verwerken en worden ze bijvoorbeeld veel gebruikt in industriële massafabricage.

Opvallende aan de DIN 912-schroeven is de cilinderkop. Hier zit meestal een inbus in verwerkt. Deze schroef beschikt over een metrisch schroefdraad volgens ISO-norm en komt voor in uitvoeringen met een volledig en gedeeltelijk schroefdraad. DIN 912-schroeven worden toegepast in situaties waar bijvoorbeeld een buitenzeskantschroef, door gebrek aan ruimte voor het gereedschap, niet verwerkt kan worden. Wanneer een schroef nodig is op slechte en moeilijk toegankelijke locaties (bijvoorbeeld in motoren of machines) is deze schroef ideaal.

DIN 7504-boorschroeven hebben een plaatschroefdraad die zelf zijn contraschroefdraad vormt, kneust of snijdt. De kopvormen zijn al even veelzijdig als de soorten drijfwerken. Bij HORNBACH vind je ze in uitvoeringen met verzonken kop, kruiskop of als zeskantkop. Overal waar een stabiele verbinding van platen en profielen nodig is, zijn deze schroeven een perfecte keuze.

Schroeven worden van drie verschillende materialen gemaakt:

Staal: staal is het standaardmateriaal voor normale belasting. Stalen schroeven hebben meestal een speciale oppervlaktebehandeling ondergaan. De meest gebruikte behandelingen zijn galvaniseren of verchromen. Je gebruikt staalschroeven vooral ín huis.
Roestvrijstaal: roestvrijstalen schroeven en moeren zijn absoluut roestvrij en worden vooral buitenshuis gebruikt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen roestvrijstaal A2 en roestvrijstaal A4. In beide gevallen gaat het om een legering van chroom en nikkel.
Messing: messing is een niet roestende legering van koper en zink. Schroeven van dit materiaal zijn er in twee soorten: blank of gegalvaniseerd (vernikkeld of verchroomd). Messing schroeven worden gebruikt voor sanitair.

Met aandraaivoorzieningen worden de uitsparingen in de kop van de schroef bedoeld. Naast de gewone schroefgleuf bestaan er inmiddels nog heel veel andere aandraaivoorzieningen.

In combinatie met het juiste gereedschap, kun je iedere schroef gemakkelijk indraaien.

De eenvoudige schroefgleuf (1) kennen we allemaal. Daarna kwam de schroef met kruiskop op de markt. Deze maakte voor het eerst het inschroeven met elektrische schroevendraaiers mogelijk zonder dat het betreffende bit (inzetstuk voor de schroevendraaier) weggleed.

Verdere verbeteringen kwamen met Phillips (2), Pozidriv (3) en Torx (4). Bij machineschroeven zien we ook de schroef met binnenzeskant (5) veel voorkomen. De Pentalobe (6) aandraaivoorziening komt vooral bij mobiele telefoons voor.

Er bestaan veel verschillende soorten schroefkoppen. Zo zijn platkopschroeven en verzonken schroeven met bolkop bijvoorbeeld cilindrisch gevormd. Deze verdwijnen in het gat van het onderdeel dat ze moeten bevestigen en zorgen voor een overdracht van persdruk op het werkstuk.

1. Lenskop
2. Pan head
3. Bolkop
4. Zeskantkop
5. Platbolkop met vierkante aanzet
6. Platkop
7. Cilinder- of trompetkop

Er zijn drie verschillende soorten schroefdraad:

Een metrische ISO-schroefdraad heeft een voorgevormd contraschroefdraad of een moer nodig voor een goede bevestiging.
Een houtschroefdraad snijdt doorgaans zelf zijn contraschroefdraad en is daardoor zeer goed bestand tegen uittrekken.
Een metalen schroefdraad vormt of snijdt eveneens zelf de benodigde contraschroefdraad.

Kies altijd schroeven van het juiste formaat voor jouw project. Dat levert het beste resultaat op! Schroefafmetingen zijn eenvoudig te controleren. Er worden altijd twee maten in millimeters aangegeven. Bijvoorbeeld: ‘4,5 x 45’ betekent dat de schroef een doorsnede heeft van 4,5 mm en 45 mm lang is.

De lengte van de schroef heeft altijd betrekking op de lengte van de punt van de schroefdraad tot de bovenkant van de kop. Zoals hij normaal in het werkstuk zit dus.