Vooral met kunstwerken zoals aquarellen, olieverfschilderijen en houtskooltekeningen moet er een afstand tussen de afbeelding en het glas blijven. De tussen kunstwerk en glas ontstane in het beste geval stofdichte ruimte creëert de ideale omstandigheden voor de bescherming en het behoud van het object.

Tot slot is een passe-partout ook de stabilisatie van het kunstwerk - zogenoemde pseudo-passe-partouts, die bijvoorbeeld worden meegeleverd bij fotolijsten zonder lijst, bieden deze functie niet.

Hoogwaardige afbeeldingen moeten in elk geval in "museumkwaliteit" ingelijst worden. Dat betekend dat de passe-partout aan de volgende kwaileitscriteria moet voldoen:

• zuurvrij met een pH-waarde tussen 7,5 en 9,5 (conform DIN 53124 hitte-extract)
• meer dan 2,5 % calciumcarbonaat als buffersubstantie bevat
• ligninevrij, dat wil zeggen vrij van houtachtige vezels
• 100 % gebleekte celstof en/of lompen
• neutrale verlijming (zonder aluintoevoeging)
• Pigmentverven, dat wil zeggen lichtechte en vochtbestendige verf

De pH-waarde
Een pH-waarde lager dan 7 is een indicatie dat het papier of de passe-partout te veel zuur bevat. Dit zuur zal het papier, maar ook het kunstwerk aantasten. Een pH-waarde van boven de 7,5 is daarom absoluut noodzakelijk voor museumkwaliteit.

Het gehalte aan calciumcarbonaat
Ten eerste is van belang of het gebruikte papier überhaupt gebufferd is. Dan is het belangrijk dat het papier ten minste 2,5 procent calciumcarbonaat als buffersubstantie bevat. Alleen zo kan worden gegarandeerd, dat de passe-partout langdurig beschermd kan worden tegen zuurinvloed van buiten.

De lichtechtheid
Kleurstoffen hebben de neiging om bij de reactie met dag- of zonlicht te vervagen. Dit is vooral het geval bij papier dat is gekleurd met conventionele kleurstoffen. Een alternatief is kleuring met pigmenten. Pigmenten combineren beter met de papiervezels en zijn dus stabieler. Alleen een pigmentkleuring kan verbleken op den duur verhinderen.

De vochtbestendigheid
Een belangrijk criterium voor de museumkwaliteit is de vochtbestendigheid. Deze resistentie speelt in het bijzonder bij geverfd papier een belangrijke rol. Bij niet pigmentgekleurd papier kan het gebeuren, dat de kleur door vochtigheid (condens, hoge luchtvochtigheid o.i.d.) uit het oppervlaktepapier opgelost wordt en vervolgens op het kunstwerk terechtkomt en dit beschadigt. Bij pigmentgekleurd papier is dit onmogelijk. Omdat de pigmenten met de enkele cellulosevezels verbonden zijn, kunnen ze door vochtigheid niet opgelost worden.

De ligninevrijheid
Voor het archiveren en conserveren van kunstwerken moet het gebruikte papier absoluut ligninevrij zijn. In de loop van de tijd valt lignine uiteen en geeft daarbij zuur af. Zo is lignine ook de reden voor het verval van vele oude boeken. Pas wanneer papier volledig ligninevrij is, kan uitgesloten worden, dat er op den duur geen zuren afgegeven worden. Al na korte tijd kun je ligninehoudend papier resp. karton herkennen aan de sterke gele kleuring, het zogenaamde geel worden.

De lijm
Gewone lijmen, die voornamelijk uit natuurlijke bestanddelen bestaan, kunnen ook zuurvormend zijn. Er zijn daarom chemisch gemaakte lijmen ontwikkeld, die pH-neutraal zijn en geen reagentia bevatten, die zich in zuren om kunnen zetten.